6
Plaatsing, inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Kans op ongevallen als de machine bij een
niet-toegestane spanning of frequentie wordt
gebruikt.
fDe netspanning en de frequentie van de
stroombron moeten met de gegevens op het
typeplaatje van de machine overeenkomen.
fIn Noord-Amerika mogen alleen Festool-ma-
chines met een spanning van 120 Volt worden
gebruikt.
fControleer voordat u het werktuig gaat geb-
ruiken de beweegbare toevoerkabel en de
vork. Laat de gebreken door een vakbekwa-
me service herstellen.
fGebruik buiten de gebouwen uitsluitend
goedgekeurde verlengkabels en kabelverbin-
dingen.
6.1
Plaatsing van de machine
Zorg ervoor dat de vloer rondom de machine
vlak is, in goede staat verkeert en vrij is van los-
se rondslingerende voorwerpen (bijv. spanen en
zaagresten).
L
De machine kan met of zonder uitgeklapte
poten worden geplaatst.
fVoor het uitklappen van de poten: Draai de vier
draaiknoppen [1-11] tot de aanslag los.
fKlap de poten uit [1-1] en draai de draaiknop-
pen [1-11] vast.
Opdat de machine veilig staat, kan de lengte van
een poot worden bijgesteld door aan de afsluit-
kap [1-12] te draaien.
6.2
Vóór de eerste inbedrijfstelling
6.2a
Greepknop monteren
fSchroef de meegeleverde draaiknop [2-6] in
de trekstang door de draaiknop naar links te
draaien.
6.2b
Beschermkap [1-8] monteren
fStel de zaag in op de maximale zaagdiepte en
stel het verstek in op 0°.
fTrek het spouwmes [12-8] in de bovenste po-
sitie.
fPak de beschermkap vast en draai de schroef
[12-5] er helemaal uit.
fPlaats de beschermkap op het spouwmes
[12-8]. Steek daarbij het in de beschermkap
liggende taatsblok in de groef [12-9] op het
spouwmes [12-8] [12-6] en steek de schroef
[12-5] weer in de beschermkap en door het
gat [12-7] in het spouwmes en draai deze vast.
6.2c
Montage van de hoekaanslag
fSchuif de handgreep van de hoekaanslag in
de nulpositie (afbeelding 15). Draai de schroef
[3-6] vast (afbeelding 3) en bevestig deze op
de tafel.
6.3
Transport
Houd het elektrische gereedschap voor
het transport aan de handgrepen aan de
zijkanten vast [1-13]. Nooit aan de veilig-
heidsafdekking beethouden of transpor-
teren.
fVergrendel het zaagaggregaat in de nulpositie.
fVerwijder alle aanbouwdelen van uw zaag en
wikkel de kabel om de kabelhouder.
fKlap evt. de poten in.
6.3a
Transportrollen
Voor het transport op korte afstanden is de
machine van transportrollen voorzien.
fPak het gereedschap aan de handgrepen
[1-13] vast en trek het naar de gewenste
plaats.
6.4
In-/uitschakelen
L
Vanwege het hoge vermogen van de motor
raden we een 16 A-zekering aan.
fVoor het inschakelen: Druk op de groene in-
schakelaar [1-2]. De rode toets is de uitscha-
kelaar.
7
Instellingen aan de machine
WAARSCHUWING
Kans op ongevallen, elektrische schok
fHaal vóór alle werkzaamheden aan de ma-
chine altijd de stekker uit het stopcontact.
7.1
Elektronica
De machine bezit volledige-golfelektronica met
de volgende kenmerken:
Zachte aanloop
De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt
voor een aanloop zonder schokken van de ma-
chine.
Toerentalregeling
Het toerental kan (alleen CS 70 EBG) met de stel-
knop [2-1] traploos tussen 2000 en 4200 min
-
P R E C I S I O
NL
-1
83