Schneider Airsystems Air Master Serie Manual De Instrucciones página 74

NL
WIJZIGBARE PARAMETERS
Door op toets
enkele gevallen is het noodzakelijk een password in te voeren om toegang tot de wijzigingen te verkrijgen. Gebruik de
toetsen en
0) ID centrale (password assistentie): selectie van de identificatiecode van de centrale. Het is mogelijk meer codes te
selecteren indien meer compressoren op dezelfde lijn RS485 aangesloten worden.
1) Uren vooralarm (password assistentie): het aantal uren van de urenteller neemt automatisch af bij elk verstreken werkuur
van de machine. Wanneer de teller op 0 komt te staan, neemt de centrale de alarmstatus voor het onderhoud aan.
De urenteller met het (-)-teken voor het uur geeft aan hoeveel uren verstreken zijn vanaf het laatste onderhoudsalarm. Het
is mogelijk om met de toetsen
2) Chron.overzicht alarmen (geen password vereist): via dit menu kunnen de laatste 30 alarmen weergegeven worden.
3) Temperatuur vooralarm (password van de fabriek): via dit menu kan de "delta" van de temperatuur (uitgedrukt in °C)
ingesteld worden ten opzichte van de maximum alarmtemperatuur. Deze waarde kan tussen 1 en 20 ingesteld worden.
Voorbeeld: indien de maximumtemperatuur 120 °C is en de deltawaarde 10°C, dan zal het vooralarm van de
maximumtemperatuur bij het bereiken van 110 °C in werking treden.
4) Maximumtemperatuur (password van de fabriek): via dit menu kan de toelaatbare maximumtemperatuur ingesteld
worden. Het instellingsveld ligt tussen 0 en 150°C.
5) Minimumtemperatuur (password van de fabriek): via dit menu kan de minimumtemperatuur ingesteld worden. Het
instellingsveld ligt tussen 0 en -14 °C.
6) Temperatuur ventilator (password assistentie): via dit menu wordt de temperatuur van activering van de koelventilator
ingesteld. Het instellingsbereik ligt tussen 0 en 150°C. De ventilator gaat van start wanneer de vooraf vastgestelde temperatuur
bereikt wordt. De hysteresis staat vast op 10°C.
7) Duur van de cyclus met leeg bedrijf (password assistentie): via dit menu kan de tijdsduur van de cyclus met leeg bedrijf
van de machine gewijzigd worden. Het instellingsbereik ligt tussen 1 en 250 seconden.
8) Automatische start (password assistentie): met deze parameter wordt de automatische start ingesteld. Is de automatische
start actief, en wordt de elektrische energie onderbroken, dan zal de compressor automatisch opnieuw van start gaan zodra de
spanning weer ingeschakeld wordt.
9) Intern, fasesequentie (password assistentie): met deze parameter wordt de interne controle van de sequentie van de
fasen ingeschakeld, of uitgeschakeld wanneer de ingang van de fasesequentie op de klemmenstrook geactiveerd wordt.
10) Taal (geen password vereist): met deze parameter kan de taal waarin de berichten weergegeven worden, gewijzigd
worden in één van de 5 beschikbare talen (Italiaans, Engels, Duits, Spaans, Frans).
11) Inschakeling RS485 (geen password vereist): deze parameter dient om de zending via RS485 vrij te geven en om die op
RS232 automatisch uit te schakelen.
12) Druksensor (password assistentie): schakelt ingang "4-20 mA" in waarop de drukschakelaar moet worden aangesloten.
Door deze parameter in te schakelen, verschijnt de drukmeting op het display.
Door deze parameter in te schakelen verandert het contact van de externe drukschakelaar van functie en wordt ingang
drukschakelaar minimumdruk olieseparator. In deze hoedanigheid belemmert het de herstart van de compressor indien de
druk in de olieseparator hoog is.
13) PSI/BAR (geen password vereist): selectie van de meeteenheid van de druk.
14) Set leeg/werkdruk (geen password vereist): via deze parameter kan de druk ingesteld worden waarbij de compressor
moet stoppen. Indien de inverter geactiveerd is, duidt deze parameter op de werkdruk waarbij de inverter in actie moet komen
om de druk stabiel te houden.
15) Werkingsdelta (geen wachtwoord vereist): geeft de druk aan waarop de besturingseenheid het opnieuw starten van
de compressor activeert.
Wanneer de ingestelde waarde bijvoorbeeld 1 bar bedraagt en de maximum werkingsdruk 9 bar betekent dit dat de
compressor uitgeschakeld wordt op 9,5 bar en weer start op 8,5 bar.
16) Maximum druk (wachtwoord servicedienst): deze parameter stelt de waarde in voor de maximaal bereikbare druk
oftewel de maximum instelbare waarde van punt 14.
17) Maximum alarmdruk (fabrieksmatig wachtwoord): deze parameter stelt de maximale drukwaarde in waarop de
besturingseenheid in alarm gaat.
18) Remote druk (wachtwoord servicedienst): besturing voor de bediening van systemen met meerdere compressoren.
19) Frequentieregelaar (wachtwoord servicedienst): activering van de frequentieregelaar. Indien geactiveerd wordt de
ingang van de bedrijfsdrukverschilschakelaar de ingang van de minimum drukverschilschakelaar van het olieafscheidingsvat
en is het opnieuw starten niet mogelijk als het olieafscheidingsvat onder druk staat.
20) Minimum werkingspercentage (wachtwoord servicedienst): geeft het minimum werkingspercentage aan waarop de
frequentieregelaar moet functioneren (het max. is altijd 100%).
21) Belastingsvertraging (wachtwoord servicedienst): met behulp van deze parameter wordt, in seconden, de vertraging
ingesteld na afloop waarvan de elektromagnetische klep voor de luchttoevoer bekrachtigd wordt en de compressor van de
minimum op de maximum frequentie gaat staan.
22) Aanvulling frequentieregelaar (wachtwoord servicedienst): met behulp van deze parameter kan de tijdconstante van
het aanvullende gedeelte van de berekening van het percentage van de frequentieregelaar veranderd worden.
GEBRUIK ALTIJD DE TOETSEN
10 10
10 10 10
BEDIENINGSORGANEN EN INSTELLINGEN
te drukken, terwijl de machine stilstaat (OFF), gaat men het menu van de werkparameters binnen. In
om de menu's langs te lopen.
en de nieuwe gewenste waarde in te stellen (zodat het vorige alarm uitgesloten wordt)
EN OM DE WAARDE IN TE STELLEN EN DE TOETS XX OM TE BEVESTIGEN