het stopcontact.
3 Druk op de aan/uit-knop (1). Het controlelam-
pje (1) knippert wit. Wanneer het lampje cons-
tant brandt:
4 Druk op de knop van de koffieuitloop (2/3). De
pomp begint te werken. Het water begint door
de koffieuitloop te lopen.
5 Laat het water enkele minuten circuleren. Het
koffiezetapparaat is klaar voor gebruik.
Bediening
1 Vul het reservoir met water. U kunt het reser-
voir (14) aan de achterkantvan het koffiezeta-
pparaat verwijderen of het deksel (13) openen
en het water er direct in gieten.
2 Steek de stekker van het koffiezetapparaat in
het stopcontact.
3 Druk op de aan/uit-knop (1). Het controlelam-
pje (1) knippert wit.
Het controlelampje van de aan/uit-knop (1)
brandt wit als het apparaat op bedrijfstempe-
ratuur is gekomen en koffie kan worden afge-
geven. Tijdens de verwarmingscycli knippert
het wit lampje opnieuw. Er kan geen koffie
worden afgegeven.
Het wordt aangeraden om de kopjes die u
gaat gebruiken op de kopjesverwarmplaat (9)
te plaatsen zodat ze worden opgewarmd en
de room nog beter gaat smaken.
koffie bereiden
1 Plaats het filter (1 of 2 kopjes, of 5 of 6) dat u
wilt gebruiken in de filterhouder (4).
2 Gebruik het maatschepje (17) om de juiste
hoeveelheid koffie te doseren.
Bepaal de sterkte van de koffie naar uw eigen
smaak.
Een lepel is de aanbevolen dosering voor een
kopje koffie.
2 Als u koffiepads gebruikt, volgt u onderstaan-
de instructies:
A
Open het zakje van de dose-
ringseenheid. Plaats het koffiepadfilter (7) in
de filterhouder (4). Plaats het koffiepad in de
filterhouder.
4 Plaats de filterhouder (4) in het koffiezetappa-
raat.
B
Zorg ervoor dat de filterhouder goed afgeslo-
ten is door de handgreep krachtig naar rechts
te duwen.
5 Plaats één of twee kopjes onder de koffieuit-
laten (8).
koffieafgifte
Als u wilt dat het eerste kopje warmer is, plaatst
u de filterhouder zonder koffie in het apparaat
en laat u er één of twee warme kopjes water
uitlopen zodat de onderdelen van het appara-
at opgewarmd worden.
1 Druk op de toets (2 of 3), naargelang u 1 of 2
kopjes wilt. Het controlelampje van de toets C
gaat branden C:
2 Het apparaat zal gedurende de geprogram-
meerde tijd koffie afgeven.
Tijdens het uitlopen knippert het controlelam-
pje van de geselecteerde toets, daarna brandt
het lampje constant.
3 U kunt de koffieafgifte voortijdig stoppen door
opnieuw op de betreffende toets te drukken.
Het apparaat stopt met koffie afgeven.
Automatische voorinfusiefunctie
Wanneer u de uitgifte van koffie selecteert, zal
het koffiezetapparaat, net vóór de koffieafgifte,
de koffie heel even natmaken zodat een beter
aroma verkregen wordt. Het verbetert ook de
consistentie van de gemalen koffie als het water
onder druk door de koffie wordt geperst, wat de
kwaliteit van de koffie en vooral van de room ten
goede komt.
De oorspronkelijke afgiftetijden wijzigen
1 Druk gedurende 3 seconden op de bijbeho-
rende knop (1 of 2 kopjes). Wanneer u de
knop loslaat, begint het apparaat koffie af te
geven
2 Druk opnieuw op de betreffende knop (1 of 2
kopjes) om de koffieafgifte te stoppen. De ge-
programmeerde uitlooptijd blijft bewaard voor
de volgende koffieafgiftes.
De geprogrammeerde hoeveelheid afgifte voor
1 of 2 kopjes kan variëren naargelang het soort
koffie of het drukniveau. De geprogrammeerde
afgiftetijd zal niet veranderen.
Naar de oorspronkelijke afgiftetijden terugze-
tten
1 Druk tegelijk gedurende 3 seconden op de
twee toetsen (2 en 3).
Het controlelampje van de aan/uit-knop zal
één keer knipperen. Daarna zal het constant
blauw branden. Nu zijn de oorspronkelijke
waarden hersteld.
Reiniging
Als u gemalen koffie hebt gebruikt, reinigt u
•
de resten door de filterhouder onder stromend
water te houden.
Als u een koffiepad hebt gebruikt, verwijdert u
•
het zakje en gooit u het weg in de vuilnisbak.
35
Nl