3.4
Functie-overzicht
De fabrieksinstellingen van de BMV zijn geschikt voor een gemiddeld
loodzwavelzuuraccusysteem van 200Ah. De BMV kan automatisch de
nominale spanning van het accusysteem detecteren (zie punt 2.5.3),
dus in de meeste gevallen hoeft alleen het accuvermogen (Cb)
veranderd te worden. Zorg bij het gebruik van andere accutypes dat
alle relevante specificaties bekend zijn voordat u de parameters van
de BMV wijzigt.
3.4.1
Overzicht instelparameters
Cb:
Accuvermogen Ah. Het accuvermogen voor een ontlaadsnelheid van 20 u en
een temperatuur van 20° C.
Geladen spanning. De accu wordt als volledig geladen beschouwd als de
Vc:
accuspanning hoger is dan deze waarde. Zorg ervoor dat parameter geladen
spanning altijd iets lager ligt dan de spanning waarbij de lader ophoudt met het
laden van de accu (meestal 0,2 V of 0,3 V onder spanning van de 'drijffase' van
de lader).
It:
Staartstroom. De accu kan als volledig geladen worden beschouwd als de
laadstroomwaarde onder dit percentage van het accuvermogen (Cb) ligt. Zorg
ervoor dat de stroomlaadfactor altijd hoger is dan de minimum stroom waarbij de
lader de accu onderhoudt of waarbij het laden stopt.
Tcd:
Laaddetectietijd. Dit is de tijd waarbinnen de laadparameters (zoals It en Vc)
moeten zijn bereikt om de accu als volledig geladen te kunnen beschouwen.
CEF: Laadefficiëntiefactor. De Laadefficiëntiefactor compenseert de verloren Ah
tijdens het laden. 100 % betekent geen verlies.
PC:
Peukert-exponent (zie hoofdstuk 4.3.4). Indien onbekend, wordt aanbevolen om
deze waarde op 1,25 te houden voor loodzwavelzuuraccu's en op 1,15 voor
Lithium-ionaccu's. Een waarde van 1,00 schakelt de Peukert-compensatie uit.
Ith:
Stroomdrempel. Als de gemeten stroom onder deze waarde komt, wordt de
stroom beschouwd als nul ampère. Met deze functie kunt u zeer lage
stroomwaarden compenseren die op lange termijn de uitlezing van de laadstatus
negatief kunnen beïnvloeden in omgevingen met veel stoorsignalen. Bijvoorbeeld,
als een werkelijke stroom langdurig + 0,05 A bedraagt en de accumonitor door
stoorsignalen of kleine compensaties -0,05 A meet, kan de BMV op lange termijn
ten onrechte aangeven dat de accu moet worden geladen. Als in dit geval lth op 0,1
wordt ingesteld, rekent de BMV met 0,0 A zodat fouten worden uitgesloten. Een
instelling van 0.0 schakelt deze functie uit.
Gemiddelde resterende tijd. Geeft het tijdsinterval (in minuten) weer waarmee het
Tdt:
voortschrijdend gemiddeldefilter werkt. De keuze van de juiste tijd is afhankelijk van
de installatie. Een waarde van 0 schakelt het filter uit en geeft u een onmiddellijke
(real-time) uitlezing, hoewel de weergegeven waarden sterk kunnen fluctueren.
Door de hoogste tijdswaarde (12 minuten) te selecteren, waarborgt u dat bij het
berekenen van de resterende tijd rekening wordt gehouden met belastingfluctuaties
op de lange termijn.
DF:
Ontladingsgrens. Als het percentage van de laadstatus onder deze waarde komt,
wordt het alarmrelais geactiveerd. De berekening van de resterende tijd is ook aan
11