4.3
Achtergrondinformatie
4.3.1
Laadparameters
U kunt op basis van een toenemende laadspanning en een
afnemende laadstroom bepalen of de accu al dan niet volledig
geladen is. De accu kan als volledig geladen worden beschouwd als
de accuspanning gedurende een vooraf vastgestelde periode boven
een bepaalde waarde ligt, terwijl de laadstroom gedurende dezelfde
periode onder een bepaalde waarde ligt. Deze spanning- en
stroomniveaus en de vooraf vastgestelde periode worden
'laadparameters' genoemd. In het algemeen is bij een 12V
loodzwavelzuuraccu de spanning-laadparameter 13,2V en de stroom-
laadparameter 2,0% van het totale accuvermogen (bijvoorbeeld 4A bij
een 200Ah accu). Voor de meeste accusystemen is een
laadparametertijd van 4 minuten voldoende.
4.3.2
De BMV synchroniseren
Zie punt 1.2.
Als de BMV niet automatisch synchroniseert, controleer dan dat
de waarden voor de laadspanning, staartstroom en laadtijd juist
zijn ingesteld.
Als de voeding van de BMV werd onderbroken, moet de
accumonitor opnieuw worden gesynchroniseerd om juist te
kunnen werken.
4.3.3
Laadefficiëntiefactor (CEF)
Zie punt 2.3.
17