6 VOLT / 12 VOLT SCHAKELAAR
Het apparaat heeft twee spanningsniveaus (6 V, 12 V) die met één
schakelaar worden geregeld. Stel de schakelaar in op 6 V of 12 V,
afhankelijk van de batterij die wordt opgeladen.
HET APPARAAT INSTELLEN
Zorg ervoor dat alle installatie- en bedieningsinstructies en
veiligheidsmaatregelen worden begrepen en zorgvuldig worden
opgevolgd door iedereen die de onderhouder installeert of gebruikt.
Volg de stappen beschreven in het hoofdstuk
'VEILIGHEIDSMAATREGELEN' van deze handleiding.
Wanneer u deze lader/onderhouder in de buurt van de batterij en
de motor van het voertuig gebruikt, zet de onderhouder dan op
een vlakke, stabiele ondergrond en zorg ervoor dat alle klemmen,
ringen, snoeren, kleding en lichaamsdelen uit de buurt van de
bewegende delen van het voertuig blijven. Houd voldoende ruimte
rondom het apparaat vrij voor voldoende ventilatie.
Onjuiste aansluiting, kortsluiting in de batterij, locatie van de batterij
en locatie van de batterijlader/onderhouder kunnen een gevaarlijke
situatie creëren. Zorg ervoor dat de passende voorbereidingen zijn
getroffen voordat u verder gaat.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
BELANGRIJK: Haal de stroomkabel ALTIJD uit het
stopcontact voordat u de lader op (of van) de batterij
aansluit (of loskoppelt).
BELANGRIJK: Dit energiesysteem mag ALLEEN
worden gebruikt voor voertuigen met een 6 V DC of
12 V DC batterijsysteem. Sluit het NIET aan op een
24 V DC batterijsysteem.
29