Descargar Imprimir esta página

Skoda CEP 300 003 Instrucciones De Montaje página 42

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 20
- Kettingen alleen op banden monteren, welke staan ver-
meld op het afmetingenetiket op de verpakking. De kettin-
gen passen op nieuwe banden, die overeenkomen met de
ETRTO-standaard en die op de bijbehorende velgen zijn
gemonteerd. Vernieuwde banden zijn vaak groter, zodat
de pasvorm van de ketting niet in alle gevallen is gegeven
en moet worden gecontroleerd. Gebruik geen kettingen
met een ongeschikte pasvorm. De luchtdruk van de
banden volgens de voorschriften van de fabrikant van het
voertuig controleren. Het is niet toegestaan de banden-
druk voor de montage te reduceren en na montage te
verhogen. Daardoor kan de ketting te sterk gespannen
worden, hetgeen schade (scheuren, breuken) van de ket-
ting en de band kan veroorzaken.
- Reeds gebruikte kettingen moeten voor iedere montage
visueel worden gecontroleerd. Bij beschadi gingen of
breu-ken mag de ketting in geen geval worden gemon-
teerd. Geen sneeuwketting monteren, waarbij meer dan
de helft van de draaddikte is versleten, al is het maar bij
èèn kettingschakel.
- De kettingen moeten altijd paarsgewijs op èèn as worden
gemonteerd.
- Alle punten van de montagehandleiding moeten worden
opgevolgd. Het niet aanhouden van de montagehan-
dleiding kan tot het verkeerd functioneren van de kettingen
leiden en tot schade aan het voertuig, evenals een ver-
hoogd gevaar voor ongevallen.
- Voor het in bedrijf stellen van het voertuig moet de cor-
recte montage van de ketting worden gecontroleerd.
- Na een korte rijafstand (ca. 50 - 100 m) moeten de kettin-
gen worden gecontroleerd op perfecte positie en indien
nodig worden nagespannen.
- Sneeuwkettingen moeten niet verder dan nodig worden
aangespannen. Het te sterk spannen kan schade aan de
ketting en de band veroorzaken.
- Na montage controleren, of geen delen van de ketting
tegen onderdelen van het voertuig schuren.
- Bij een goed met sneeuw bedekte rijbaan niet sneller dan
50 km/h rijden en bij een gedeeltelijk sneeuwvrije rijbaan
aanzienlijk langzamer rijden.
- Er moet op worden gelet dat de wielen niet doordraaien.

Publicidad

loading