Montage-instructies en passen
.
Afb. 22
Afb. 23
104 | Ottobock
INFORMATIE
Neem de aanwijzingen voor het bewerken van licht
metaal in acht (zie pag. 11 onderaan).
Nadat de orthese gereed is en is opgebouwd,
worden de bovenbeenbeugels voor het passen
telkens met de bijgevoegde schroef (501S32=M4
x 10 x 10) in de beugelhouder van het schar-
nieronderdeel gefixeerd.
3.3 De orthese passen
Bij het aanbevolen gebruik van het unilaterale
scharniersysteem zijn connectoren beschikbaar
(afb. 23) die een steekverbinding van de boven-
beenbeugels mogelijk maken. Daardoor wordt de
aanpassing van de lengte zeer vereenvoudigd.
Afhankelijk van het ortheseontwerp kunnen de
beugels in het gebied van de bovenbenen zon-
der beenschalen worden gebruikt. Indien er wel
beenschalen worden gebrukt worden deze best
bevestigd in het bereik van de connectors. Voor
de rotatiestabiliteit van de beenschalen wordt
aangeraden een extra spalk te gebruiken (ver-
schillende uitvoeringen mogelijk: bijv. metaal, car-
bonvezel).
INFORMATIE
De looporthese moet op een wijze worden opge-
bouwd dat beide bovenbeenbeugels parallel ten
opzichte van elkaar aan de beengedeelten van de
orthese zijn gemonteerd (let hierop in geval van een
ongelijke flexiecontractuur in de heupen of in de
knieën).
Anders wordt het gebruik van het activeringsmecha-
nisme in het zitscharnier beïnvloedt, omdat het zit-
scharnier alleen kan worden ontgrendeld, wanneer
de beide bovenbeenbeugels parallel ten opzichte
van elkaar staan!
17H100=*