Onderdelen en constructie
1.3
Afb. 6
Afb. 7
Afb. 7
INFORMATIE
De bekkenbuis is een belangrijke drager voor de stabiliteit en moet volgens de volgende werkwijze worden
gemonteerd (zie hoofdst. 2.3, afb. 8). Positioneer het zitscharnier (S) op het anatomische draaipunt van de
heup (zie hoofdst. 2.4, pag. 10).
98 | Ottobock
1.2
2
a
b
c
3
2
S
G
2.2 Constructie en werkwijze
Bij het lopen met de orthese worden de bewe-
gingen reciproke overgedragen. Daarvoor zijn
de beide heupscharnieren via een druk- en trek-
kabel (afb. 3, pos. 1.2) functioneel met elkaar
verbonden. De heupscharnieren die bestaan uit
een scharnierbovenstuk (a), een scharniermid-
denstuk (b) en het scharnieronderstuk (c), werken
als een complex scharniermechaniek en worden
naar overeenkomstig afgesteld. De verbinding
van de beide heupscharnieren geschiedt via een
bekkenbuis (afb. 3, pos. 2) van licht metaal. De
keuze van materiaal en constructieve bijzonderhe-
den zorgen voor stabiliteit en een veilige werking.
Het RGO-heupscharniersysteem wordt in hoge
mate voorgemonteerd geleverd.
INFORMATIE
Om de veilige werking van het scharniermechaniek
te garanderen is het niet toegestaan de heupschar-
nieren te demonteren. De druk- en trekkabel mag
beslist niet worden versteld of losgemaakt.
Het biaxiale scharniersysteem bestaat uit een zit-
scharnier S en een loopscharnier G. Wanneer de
patiënt zit, is het loopscharnier vergrendeld. Het
loopscharnier is in een hoek van 35° gebogen,
zodat bij het lopen een endorotatie van 15° resp.
een exorotatie van 15° ontstaat. De bekkenrotatie
die dan in de orthese gebeurt, wanneer de benen
in de looprichting recht naar voren zijn gericht, is
dan 15°. Door het kiezen van de betreffende bek-
kenbuizen is het mogelijk het scharniersysteem op
een effectieve bekkenomvang van ca. 200 mm
tot ca. 380 mm in te stellen. De rompbeugels
(afb. 3, pos. 1.3) kunnen tot 10° ventraal worden
gebogen om een heupbuigstand in acht te nemen
(zie pagina 11, afb. 18). Tussen de rompbeugels
wordt het op maat gemaakte bekkenvormdeel
(bijv. van giethars of thermoplastmateriaal) aan-
gebracht. De beenorthesedelen worden via de
betreffende bovenbeenbeugels stijf met het heup-
scharniersysteem verbonden.
17H100=*