► Gebruik het product in geval van twijfel niet meer wanneer huidirritatie
optreedt.
► Informeer de patiënt hierover.
LET OP
Gebruik van een versleten of beschadigd product
Beperkte werking
► Wijs de patiënt erop dat hij het product telkens voor gebruik moet con
troleren op functionaliteit, slijtage en beschadigingen.
► Attendeer de patiënt erop dat hij het product niet meer mag gebruiken,
wanneer het product of een deel ervan slijtageverschijnselen (bijv.
scheuren, vervorming, slechte pasvorm) of beschadigingen vertoont.
>
Open alle klittenbandsluitingen van de bandage.
1) Betast de spierbuik ca. 5 cm onder het ellebooggewricht (zie afb. 1).
2) Trek de bandage over de onderarm tot aan de elleboog (zie afb. 2).
3) Plaats de bandage zo dat de pelotte van de band in gesloten stand op
de spierbuik ligt.
4) Sluit de band van de bandage (zie afb. 3).
5) Sluit de bovenste klittenbandsluiting.
4.3 Reiniging
LET OP
Gebruik van verkeerde reinigingsmiddelen
Beschadiging van het product door verkeerde reinigingsmiddelen
► Reinig het product uitsluitend met de toegestane reinigingsmiddelen.
Reinig de bandage regelmatig:
1) Sluit alle klittenbandsluitingen.
2) Aanbeveling: gebruik een waszakje of -netje.
3) Was de bandage met een normaal fijnwasmiddel op 40 °C. Gebruik
geen wasverzachter. Spoel deze na het wassen goed uit.
4) Laat hem aan de lucht drogen. Vermijd blootstelling aan directe hitte
(bijv. zonnestraling of de hitte van een kachel of radiator).
5 Afvalverwerking
Wanneer het product niet langer wordt gebruikt, behandel het dan volgens
de geldende nationale afvalverwerkingsvoorschriften.
Ottobock | 35