Anleitung BG_PL_26_SPK7:_
NL
9. Op de grendelknop van de gashendel drukken.
De gashendel springt terug naar de positie
„stationair draaien".
10. Draai de chokehendel naar de positie „ ".
AANWIJZING: Slaat de motor na meerdere
pogingen niet aan, ga dan te werk zoals beschreven
in hoofdstuk "Verhelpen van fouten" van deze
handleiding.
AANWIJZING: Trek de aanzetkabel steeds recht
eruit. Als u de kabel schuin uittrekt, gaat hij tegen het
oog wrijven. Door deze wrijving gaat de draad
uitsplitsen en sneller afslijten. Hou de
aanzethandgreep steeds vast als de kabel terug
wordt getrokken. Let er goed op dat de kabel niet
terugschiet als hij uitgetrokken is. Daardoor zou de
kabel vasthaken of sneller afslijten en / of schade
aan de aanzetbehuizing worden berokkend.
6.2 WARME START (motor niet langer stopgezet
dan voor 15 tot 20 minuten)
1. Trek de aanzetkabel uit. De motor zou moeten
aanslaan door de kabel EEN of TWEE keer flink
door te halen. Slaat de motor na zes keer
doorhalen niet aan, herhaal dan de stappen 2 tot
6 van het hoofdstuk: "koude start".
2. Indien de motor niet start of aanslaat en naar
meerdere keer doorhalen opnieuw stopt, volg
dan de instructies op in het hoofdstuk: "koude
start".
6.3 MOTOR STOPZETTEN
Noodstop. Indien het blaastoestel onmiddellijk moet
worden stopgezet (geval van nood!), draait u de
contactschakelaar naar de stand STOP.
Normaal stopzetten. Om de motor stop te zetten
drukt u op de grendelknop van de gashendel;
daardoor gaat de gashendel terug naar de normale
stand. Laat de motor dan stationair draaien.
Vervolgens drukt u de contactschakelaar naar STOP
tot de motor niet meer draait.
44
06.06.2008
8:33 Uhr
Seite 44
6.4 Omschakelen tussen zuig- of blaasmodus
(fig. 1, pos. 10)
U kan met dit gereedschap ofwel blazen ofwel
zuigen.
Om de blaasmodus te activeren schuift u de
zuig-/blaasslede (10) naar achteren.
Om de zuigmodus te activeren schuift u de zuig-
/blaasslede (10) naar voren.
Let op! Het gereedschap werkt in de zuigmodus
enkel als de opvangzak gemonteerd is. Zonder
opvangzak kan het gereedschap niet worden gestart
of het wordt automatisch uitgeschakeld.
6.5 BLAZEN (FIG. 5)
Uw bladblazer is geschikt voor het vrijblazen van
terrassen, voetpaden, gazon, struikgewassen en
talrijke moeilijk bereikbare vlakten waar vuil zich kan
ophopen.
Voordat u het toestel bedient, lees zeker voor uw
eigen veiligheid opnieuw alle veiligheidsinstructies en
gebruiksvoorschriften van deze handleiding.
Gebruik het toestel niet als omstanders of dieren zich
in de onmiddellijke omgeving bevinden. Blijf
minstens 10 m weg van andere personen of dieren.
Het is aan te bevelen bij werkzaamheden in zeer
stoffige gebieden een stofmasker te dragen.
Teneinde de blaasrichting beter te kunnen besturen,
dient u steeds op een voldoende afstand van het
weg te blazen materiaal te blijven. Blaas nooit in de
richting van omstanders.
Stuur de snelheid van de luchtstroom door de
gashendel tussen de standen stationair draaien en
vol gas te bedienen. Test de verschillende standen
van de gashendel om voor de toepassingen telkens
de optimale snelheid van de luchtstroom te vinden.
WAARSCHUWING: Draag steeds een
goedgekeurde veiligheidsbril of een
gelaatsbescherming als u het toestel bedient om u te
beschermen tegen opwaaiende of weggeslingerde
voorwerpen.
LET OP: Leidt het toestel steeds zodat de hete
uitlaatgassen niet in contact komen met uw kledij en
deze beschadigen of door de gebruiker worden
ingeademd.
6.6 ZUIGEN
WAARSCHUWING: Bij het zuigen mag het toestel
alleen met correct gemonteerde opvangzak worden
gebruikt om de gebruiker of omstanders te
beschermen tegen opgewaaide of weggeslingerde
voorwerpen. Vergewis u er zich van dat de sluiting
van de opvangzak gesloten is voordat u het toestel
gebruikt. Geen warme of brandende materialen (b.v.
hete as, gloeiende sigaretten) van grill- of
vuurplaatsen opzuigen. Wacht altijd tot deze