NL
WAARSCHUWINGS-/ALARMCONDITIES
Alarm- of waarschuwingssituatie (geel/oranje of rood)
7
Als het systeem een alarm- of waarschuwingssignaal
geeft, klinkt een zoemer.
8
Druk op de Check toets om de zoemer tijdelijk uit te
zetten.
Let op: zolang het probleem niet is opgelost, blijft de
zoemer een signaal geven. Voor uw eigen veiligheid
dient u het probleem van de bandenspanning zo snel
mogelijk op te lossen.
1 1 2 2 0 0
NL
"SCH" SIGNAALVERLIES
Als het systeem gedurende meer dan 10 minuten
1
geen signaal van een sensor ontvangt, verschijnt het
antennesymbool op het display.
Als dit wordt veroorzaakt door interferentie raad-
pleegt u "Diagnosecontrole" (zie pagina 12).
Als dit wordt veroorzaakt door een storing in de sen-
sor neemt u contact op met uw dealer om de sensor
op schade te laten controleren.
Als dit wordt veroorzaakt doordat de levensduur van
de batterij (5 jaar) is overschreden, neemt u contact
op met uw dealer om te sensor te laten vervangen.