VOORBEREIDING / STARTEN - GEBRUIK - UITSCHAKELEN MOTOR
Vooraleer bij te vullen:
– Schud de tank van het mengsel krachtig.
– Plaats de machine effen en stabiel, met de vuldop van
het reservoir naar boven.
– Maak de dop van het reservoir en de zone rond de dop
schoon om te voorkomen dat tijdens het bijvullen on-
zuiverheden terechtkomen in het mengsel.
– Open de dop van het reservoir voorzichtig om de druk
geleidelijk aan af te laten. Vul bij gebruik makend van
een trechter en vul het reservoir niet tot aan de rand.
6. STARTEN - GEBRUIK - UITSCHAKELEN MOTOR
STARTEN VAN DE MOTOR
een afstand van minstens 3 meter van de plaats
waar de brandstof bijgevuld werd.
Alvorens de motor te starten:
– Zet de machine stabiel op de grond.
– Haal de bescherming van het mes (indien gebruikt).
– Zorg ervoor dat het mes (indien gebruikt) niet in aan-
raking komt met het terrein of met andere voorwerpen.
• Start met koude motor
OPMERKING
bedoeld een start na minstens 5 minuten dat de motor
uitgeschakeld is of na het bijvullen van brandstof.
Om de motor te starten (Afb. 9):
1. • Mod. 45D - 45F- 53F
Breng de schakelaar (1) in de stand «I-RUN».
• Mod. 53D
Druk op de blokkeerhendel (3), schakel de versnel-
lingsknop (2) in, houd beide in deze positie en breng
dan de schakelaar (1a) naar de positie «START»,
laat vervolgens de hendel (3) en de versnellingsknop
(2) los.
2. Schakel de starter in door de hendel (5) in de stand
«CHOKE» te draaien.
3. Druk 3-4 keer op de knop van de voorinspuiting (pri-
mer) (6) om de brandstoftoevoer te bevorderen.
4. Houd de machine stevig tegen de grond met een
hand op de motor, om de controle ervan niet te ver-
liezen tijdens het starten (Afb. 9).
BELANGRIJK
men, dient de aandrijvingsbuis niet gebruikt te worden
De motor wordt gestart op
Met start bij koude motor wordt
Om vervormingen te voorko-
moet altijd stevig weer vastgedraaid worden
van mengsel dat eventueel gemorst werd op de
machine of op de grond en start de motor pas wan-
neer de benzinedampen voleldig opgelost zijn.
als steun voor de hand of de knie tijdens de start.
5. Draai langzaam de startknop 10-15 cm tot u een ze-
kere weerstand gewaarwordt. Geef dan enkele keren
een stevige ruk tot de machine in gang schiet.
BELANGRIJK
breekt, wordt er niet over de gehele lengte aan getrok-
ken. Laat het touw niet langs de rand van de opening van
de touwgeleider schuren en laat de knop geleidelijk aan
los, om te voorkomen dat het touw op ongecontroleerde
wijze naar binnen schiet.
6. Trek opnieuw aan de startknop tot de motor normaal
in gang komt.
tor met ingeschakelde starter veroorzaakt de be-
weging van de snij-inrichting, die alleen onderbro-
ken kan worden door de uitschakeling van de
starter.
7. • Mod. 45D - 45F
Druk kort op de versnellingsknop (2) om de motor
naar het minimumtoerental te brengen, en de hendel
(5) gaat automatisch naar de positie «RUN».
• Mod. 53D - 53F
Zodra de motor gestart is, moet de starter uitge-
schakeld worden door de hendel (5) in de stand
«RUN» te draaien.
8. Laat de motor minstens 1 minuut op het minimum-
toerental draaien vooraleer de machine te gebrui-
ken.
BELANGRIJK
herhaaldelijk bediend wordt met de starter ingescha-
keld, kan de motor vastlopen en de start bemoeilijkt wor-
den.
Indien de motor vastloopt, de bougie demonteren en
voorzichtig aan de knop van het starttouw trekken om de
overtollige brandstof te verwijderen; vervolgens de
elektrodes van de bougie afdrogen en de bougie weer
monteren op de motor.
NL
De dop van het reservoir
Reinig onmiddellijk elk spoor
Om te voorkomen dat het touw
De inschakeling van de mo-
Indien de knop van het starttouw
9