Aansluiting en bediening
Waarschuwing
Lees de waarschuwingen en deze
gebruikershandleiding zorgvuldig
door voordat u de apparatuur
aansluit en in gebruik neemt en
bewaar de informatie eventueel
voor gebruik later.
Toegestane installatie
Netaansluiting
Sluit de machine op de juiste netvoeding aan. Lees ook het
typeplaatje (U
) aan de achterkant van de machine.
1
0
l
1
Belangrijk!
Om, wanneer aardkabels en lastoortsen
aan de machine worden aangesloten,
schade aan pluggen en kabels te
voorkomen, is een goed elektrisch
contact vereist. (zie tekening).
Aansluiting van het beschermgas
De gasslang wordt aangesloten op het achterpaneel van
de stroombron (3), en verbonden met de gasvoorziening
met een gasdruk van 0-8 bar. (Opmerking: sommige soorten
drukregelaars vereisen een uitgang gasdruk van meer dan
2 bar om optimaal te functioneren).
Afstellen van draadhaspelrem
De draadrem moet ervoor zorgen dat de draadhaspel
voldoende afremt om te voorkomen dat de draad van de
haspel afloopt. De remkracht is
afhankelijk van het gewicht van
de haspel en de draadsnelheid.
Afstellen:
•
Stel de draadrem af door de
zelfborgende moer op de as
van de haspelhouder vaster
of losser te draaien.
Draadinvoer
Deze functie wordt gebruikt
voor het doorvoeren van de
draad bijvoorbeeld wanneer de
draad vervangen moet worden.
Draad invoeren start door de
knop in te drukken en tegelijk de
toortsschakelaar te activeren.
2
9
8
7
5
6
4
1.
Netaansluiting
2.
Hoofdschakelaar
3.
Aansluiting van het beschermgas
4.
Aansluiting van de aardklem
5.
Aansluiting van de lastoorts
6.
Aansluiting van de aardklem
7.
Instellen draadsnelheid
8.
Instellen lasspanning
9.
De lasspanningsindicator licht op uit veiligheids-
redenen en om aan te geven wanneer er spanning op
de toorts staat.
Selectie laspolariteit
We bevelen aan dat u voor bepaalde
types lasdraad van laspolariteit wisselt,
vooral wanneer dit gasloze Controleer
op de verpakking van de lasdraad
welke polariteit aanbevolen wordt.
Veranderen van polariteit:
1. Koppel de machine los van de
netvoeding.
2. Draai de gefreesde moeren los bij
de polen (tekening 1).
3. Verwissel de kabels (tekening 1).
4. Monteer de gefreesde moeren
(tekening 1).
5. Verwissel aardkabel van min naar
plus (tekening 2).
6. Sluit de machine weer aan het net
aan.
15
3
2
GAS
max. 8 Bar
1
2
Veranderen van polariteit
1
Power
N
F