Bedrijf Met Frequentie-Omvormer; Inbedrijfname; Personeelskwalificatie; Plichten Van De Gebruiker - Wilo T 12 Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

nl
6.5.4.7
Bewaking van trillingen door be-
drijfsomstandigheden
6.5.4.8
Bewaking afdichtingsruimte (ex-
terne elektrode)
6.5.5
Instelling van de motorbeveiliging
6.5.5.1
Directe inschakeling
6.5.5.2
Sterdriehoekstart
6.5.5.3
Soft starter
6.5.6

Bedrijf met frequentie-omvormer

7

Inbedrijfname

7.1

Personeelskwalificatie

7.2

Plichten van de gebruiker

156
Inbedrijfname
Sluit de trillingsensor aan via een geschikt relais. Raadpleeg de inbouw- en bedienings-
voorschriften van het relais voor meer informatie over het aansluiten van de trillingsen-
sor.
Die grenswaarden moeten bij de inbedrijfname worden gedefinieerd en in het proto-
col voor inbedrijfname worden ingevoerd. Bij het bereiken van de drempelwaarde
moet een uitschakeling plaatsvinden!
Sluit de externe elektrode aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "NIV 101/A" aan-
bevolen. De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm.
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een waarschuwing of uitschakeling
plaatsvinden.
VOORZICHTIG
Aansluiting van de bewaking van de afdichtingsruimte
Als er bij het bereiken van de drempelwaarde alleen een waarschuwing wordt geacti-
veerd, kan de pomp door het binnendringende water onherstelbaar worden bescha-
digd. Aanbevolen wordt om in dergelijke gevallen altijd voor uitschakeling van de
pomp te zorgen!
Neem ook de overige informatie in het hoofdstuk explosiebeveiliging in acht!
De motorbeveiliging moet afhankelijk van het geselecteerde inschakeltype worden in-
gesteld.
Stel de motorbeveiligingsschakelaar bij bedrijf in volledige belasting in op de nominale
stroom (zie typeplaatje). Bij deellastbedrijf wordt aanbevolen om de motorbeveiligings-
schakelaar 5 % boven de gemeten stroom in het bedrijfspunt in te stellen.
De instelling van de motorbeveiliging is afhankelijk van de installatie:
▪ Motorbeveiliging geïnstalleerd in de leiding van de motor: Stel de motorbeveiliging in
op 0,58 x ontwerpstroom.
▪ Motorbeveiliging in de netvoedingsleiding geïnstalleerd: De motorbeveiliging instellen
op de ontwerpstroom.
De starttijd in de sterschakeling mag max. 3 s bedragen.
Stel de motorbeveiligingsschakelaar bij bedrijf in volledige belasting in op de nominale
stroom (zie typeplaatje). Bij deellastbedrijf wordt aanbevolen om de motorbeveiligings-
schakelaar 5 % boven de gemeten stroom in het bedrijfspunt in te stellen. Daarnaast
moet op de volgende punten worden gelet:
▪ De opgenomen stroom moet altijd lager zijn dan de nominale stroom.
▪ Het starten en stoppen moet binnen 30 s zijn voltooid.
▪ Om vermogensverlies te voorkomen, moet de elektronische starter (soft starter) na het
bereiken van de normale bedrijfstoestand worden overbrugd.
Bedrijf met frequentie-omvormer is toegestaan. Raadpleeg voor de desbetreffende ei-
sen de bijlage en zorg dat daaraan wordt voldaan!
WAARSCHUWING
Voetletsel als gevolg van ontbrekende beschermingsuitrusting!
Tijdens werkzaamheden bestaat risico op (ernstig) letsel. Draag veiligheidsschoenen!
▪ Werkzaamheden aan de elektrische installatie: werkzaamheden aan de elektrische in-
stallatie moeten door een elektromonteur worden uitgevoerd.
▪ Bediening/besturing: Het bedienend personeel moet geïnstrueerd zijn over de werking
van de volledige installatie.
▪ Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften bij de pomp of
op een daarvoor bestemde plek.
WILO SE 2019-01

Publicidad

Capítulos

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido