Elektrische aansluitingen
Alle elektrische aansluitingen die op het werk worden gemaakt zijn de verantwoordelijkheid van de
installateur.
Raadpleeg de handleiding van de hydronische module.
BELANGRIJK
Bij de montage moeten eerst de koudemiddelaansluitingen en daarna de elektrische aansluitingen worden gemaakt.
Alle elektrische aansluitingen die op het werk worden gemaakt zijn de verantwoordelijkheid van de installateur.
Maat
Maximum bedrijfsstroom
Nominale enkelfasige spanning
Bedrijfsspanningslimieten min
Controleer ook de toevoerspanning en de frequentie van de binnenunit.
Enkel voor de toestellen van 3Ph stroom voorzien, voldoet deze uitrusting aan IEC 61000-3-12 op voorwaarde dat de
korte circuit stroom Ssc groter is dan of gelijk is aan 1,32 MVA aan het interface punt tussen de stroomvoorziening van de
gebruiker en het publieke systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van de uitrusting ervoor
te zorgen dat, indien noodzakelijk door overleg met de operator van het distributienetwerk, de uitrusting enkel verbonden is
met een stroomvoorziening met een korte circuit stroom Ssc groter dan of gelijk aan 1,32 MV.
Wanneer het frontpaneel verwijderd is, zijn de elektrische
aansluitkast zichtbaar.
De elektrische voedingskabels kunnen door de gaten voor
de leidingen gestoken worden. Indien de grootte van de
gaten niet juist is, dient u de afmetingen daarvan aan te
passen.
Zet alle voedings- en verbindingskabels tussen de binnen-
en buitenunit met klemmen vast zodat ze niet in aanraking
kunnen komen met de compressor en de hete leidingen.
Bevestig, om een juiste treksterkte te garanderen de
voedingskabels met behulp van de kabelklemmen op het
plaatje (Zie fig. 10).
BELANGRIJK (1 Ph toestel)
De aardgeleiding die voorzien is voor de
verbindingskabel binnen-unit – buiten-
unit, dient te worden vastgeklemd aan een
kabeleindeklem met oogje in zacht koper
vertind met een gat voor schroef M4.
BELANGRIJK
Zorg ervoor bij de 3Ph toestellen dat je de geleverde
klem filter en trekontlasting bevestigt aan de
stroomvoorzieningsdraad om te voldoen aan de
veiligheids- en EMC standaard. (Zie fig. 12)
44
38AW-
50
65
A
12 A
12 A
50 Hz
min 198V ÷ max 264V
Aansluiting op de eenheden 80AWX, 80AWH 1Ph: zie fig. 11
L
N
1 - 2 - 3
Afmetingen bedrading - Zie fig. 11 B.
Type en afmetingen kabel ( - ): H07RN-F 4x1 mm
Type en afmetingen kabel ( ): H07RN-F 3x2,5 mm
Aansluiting op de eenheden 80AWX, 80AWH 3Ph: zie fig. 12
L1, L2, L3 Elektrische voeding onder spanning.
N
1 - 2 - 3
Afmetingen bedrading - Zie fig. 12 B.
Type en afmetingen kabel ( - ): H07RN-F 3x1 mm
Type en afmetingen kabel ( ): H07RN-F 5x2,5 mm
90
115
23 A
23 A
230 V
Hydronische module (Binnenunit)
Buitenunit
Stroomonderbreker*
Aansluitkabel netvoeding (bedrading niet bijgeleverd)
Verbindingskabel (buitenzijde toestel)
Verbindingskabel (binnenzijde toestel)
Aarde
Elektrische voeding onder spanning.
Elektrische voeding neutraal.
Aansluiting binnen-/buitenunit.
Hydronische module (Binnenunit)
Buitenunit
Stroomonderbreker
Aansluitkabel netvoeding (bedrading niet bijgeleverd)
Verbindingskabel (buitenzijde toestel)
Verbindingskabel (binnenzijde toestel)
Klem filter (geleverd samen met het toestel)
Trekontlasting (geleverd samen met het toestel)
Aarde
Elektrische voeding neutraal.
Aansluiting binnen-/buitenunit.
(Fig. 10, 11,12)
120
150
15.4 A
15.4 A
400 V
min 376V - max 424V
2
2
2
2