98 NL – R1...R4 Beknopte installatiegids
Kies de vermogenskabels
Dimensioneer de vermogenskabels volgens de plaatselijke regelgeving om de
nominale stroom te voeren die gegeven is op het typeplaatje van uw omvormer.
Zorg voor de koeling
R1-
R4
Zie tabel
I
op pagina
R5
bedrijfstemperatuur-bereik van de omvormer is -15 tot +50 °C (+5 tot +122 °F). Er is
geen condensatie of vorst toegestaan. Voor meer informatie over de
R6-
omgevingstemperatuur en derating, zie hoofdstuk Technical data in ACS580-01 (0.75
R9
to 250 kW, 1.0 to 350 hp) hardware manual (3AXD50000044794 [Engels]).
Beveilig de omvormer en de voedingskabel
NL
Zie tabellen
III
de zekeringen.
DA
Controleer, bij gebruik van gG-zekeringen, dat de responstijd van de zekering onder
de 0,5 seconden ligt. Volg de plaatselijke bepalingen.
DE
Installeer de omvormer aan de wand
ES
Zie figuur
R1...R4 Figures A
FI
Controleer de isolatie van de vermogenskabels en de
FR
motor
IT
Controleer de isolatie van de ingangskabel volgens plaatselijke regelgeving alvorens
deze aan te sluiten op de omvormer.
NL
Zie figuur
B1
op pagina 431.
PL
1. Controleer de isolatie van de motorkabel en motor wanneer de kabel
losgekoppeld is van de omvormer. Meet de isolatieweerstand tussen elke
PT
fasegeleider en daarna tussen elke fasegeleider en de veiligheidsaardegeleider
door een meetspanning van 1000 V DC te gebruiken. De isolatieweerstand van
RU
een ABB-motor moet hoger zijn dan 100 Mohm (referentiewaarde bij 25 °C of
77 °F). Voor de isolatieweerstand van andere motoren moet u de instructies van
SV
de fabrikant raadplegen.
TR
Opmerking: Vocht in de motorbehuizing zal de isolatieweerstand verlagen. Als u
vocht vermoedt, moet u de motor drogen en de meting herhalen.
ZH
21
(UL: tabel
II
(op pagina 22) en
IV
op pagina 431.
op pagina 21) voor de verliezen.Het toegestane
(op pagina 22); (UL: tabel
V
op pagina 23) voor