TOETSENBORD (ZIE AFBEELDING 3)
On/Off toets: inschakeling/uitschakeling
thermostaat. Tijdens de procedure voor het wijzigen
van de parameters maakt deze toets het mogelijk
om naar de normale functionering terug te keren.
Up en Down toetsen: wijziging van de temperatuur
voor het regelen van de Thermostaat (Opwarmen:
[5.0-30.0°C], Afkoelen: [10.0-35.0°C]). Tijdens de
procedure voor het wijzigen van de parameters
worden deze toetsen gebruikt om de parameters
te selecteren of de waarde hiervan te wijzigen.
SEL toets: in de modaliteit Opwarmen keuze van
de elektrische weerstand als hulpfunctie.
Mode toets: keuze van de functioneringsmodaliteit
Opwarmen / Afkoelen
Fan toets: keuze van de functioneringssnelheid
EC toets: keuze van de Economy modaliteit
COMBINATIE VAN GEACTIVEERDE TOETSEN
■ Met de thermostaat op OFF: toegang tot de
confi guratieparameters van de kaart (password=10)
■ Met de thermostaat op ON: Tijdelijke weergave van de
watertemperatuur (als deze meter aanwezig is en als
hij op correcte wijze met behulp van de parameter P04
geconfi gureerd is) en de tijdspanne die op de interne klok
ingesteld is
■ Keuze van de functionering Minimumtemperatuur
■ Selectie ontvochting
■ Blokkering/deblokkering toetsenbord (password=99)
■ toegang tot de confi guratieparameters van de tijdspannen
(password=5)
Als de weergave niet normaal is, wordt het display, ongeveer
2 minuten na de laatste druk op een willekeurige toets van
het toetsenbord, in de modaliteit voor de standaardweergave
gebracht.
CONFIGURATIE KAART
De kaart kan aan de hand van het soort te besturen terminal/
installatie geconfi gureerd worden door middel van de wijziging
van een aantal parameters.
LIJST PARAMETERS
■ P00 =
confi guratie bediening ( zie "Voorziene Confi guraties")
om het soort te besturen terminal te selecteren.
■ P01 = soort installatie van de bediening
-000: op de terminal
-001: wand
■ P02 = Modbus adres (om de wijziging van deze
parameter te activeren (met uitzondering van de
i n t e r n e
p a s s a g e
t u s s e n
Handleiding voor gebruik en onderhoud
2
■ P03 = neutrale zone [20-50°C/10]; parameter gebruikt
■ P04 = Meter water:
■ P05 =
■ P06 =
■ P07 =
■ P08 = Remote vochtigheidsmeter:
■ P09 = confi guratie DOUT1:
■ P10 = logica DOUT1:
■ P11 = confi guratie DOUT2: net als parameter P09 maar in
■ P12 = logica DOUT2: net als parameter P10 maar in dit
■ P13 = SET-waarde relatieve omgevingsvochtigheid (zie
■ P14 = confi guratie AOUT1/2: Confi guratie van de twee
w a a r d e n )
i s
h e t
noodzakelijk om aan het einde van de programmering de
voeding los en weer vast te koppelen)
-0: deactiveert de seriële communicatie
-1-247: slave
-255: master
in het geval van confi guraties met commutatie automatisch
afkoelen/opwarmen naar aanleiding van de luchttemperatuur.
-0: niet voorzien
-1: voorzien
Naar aanleiding van de ingestelde waarde wordt het
desbetreffende alarm meter en vrijgave voor de elektrische
weerstand op passende wijze ingesteld.
Confi guratie gebruik DIN 1/2
-
0: DIN1 = -
DIN2 = -
-
1: DIN1 = -
DIN2 = OnOff
-
2: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = -
-
3: DIN1 = Eco
DIN2 = -
-
4: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = On/Off
-
5: DIN1 = Eco
DIN2 = On/Off
-
6: DIN1 = Zom/Wint DIN2 = Eco
logica DIN1:
-
0: [open/dicht] = [Afkoelen/Verwarmen] = [-/ECO]
-
1: [open/dicht] = [Afkoelen/Verwarmen] = [ECO/-]
logica DIN2:
-
0: [open/dicht] = [Off/On] = [-/ECO]
-
1: [open/dicht] = [On/Off] = [ECO/-]
-
0 : niet voorzien
-
1 : voorzien
Aan de hand van de ingestelde waarde zal eventueel het
alarm meter bestuurd worden.
-
0: niet gebruikt
-
1: indicatie functioneringsmodaliteit
-
2: indicatie unit koelt af/verwarmt
-
3: indicatie unit koelt af
-
4: indicatie unit verwarmt
-
5: indicatie ON/OFF
-
6: indicatie aanwezigheid meteralarm
-
7: activering externe ontvochtiging
-
8: activering externe bevochtiging
-
9: indicatie hoge omgevingtemperatuur
-
10: indicatie lage omgevingtemperatuur
-
11: niet gebruikt
-
12: indicatie lage watertemperatuur
(zie "Confi guratie van de digitale uitgangen")
-
0: niet gebruikt
-
1: indicatie functioneringsmodaliteit
(zie "Confi guratie van de digitale uitgangen")
dit geval voor de digitale uitgang 2. (zie "Confi guratie van
de digitale uitgangen")
geval voor de digitale uitgang 2. (zie "Confi guratie van de
digitale uitgangen")
"Confi guratie van de digitale uitgangen")
analoge uitgangen 0-10V naar aanleiding van het soort
ventilator (ongemoduleerd of gemoduleerd) en het soort
klep/pen (ON/OFF of gemoduleerd). Raadpleeg voor ver-
dere details "Confi guratie van de analoge uitgangen".
Advanced plus electronic controller
FWEC3
FC66002765