Veiligheidssleutel (fig. F)
Het toestel is uitgerust met een veiligheidssleutel die juist in de console moet worden
geplaatst om het toestel te starten. Als u de veiligheidssleutel uit de console
verwijdert, stopt het toestel onmiddellijk.
1.
Plaats de veiligheidssleutel in de sleuf in de console.
2.
Zorg ervoor dat de clip van de veiligheidssleutel juist aan uw kleding vastzit. Zorg
ervoor dat de clip pas van uw kleding wordt gehaald wanneer de
veiligheidssleutel uit de console is verwijderd.
Circuitonderbreker
Het toestel is uitgerust met een circuitonderbreker die het circuit onderbreekt
wanneer de elektrische belasting boven de maximale capaciteit komt. Wanneer dit
gebeurt, moet de circuitonderbreker worden ingedrukt.
WAARSCHUWING
– Verwijder voor het indrukken van de circuitonderbreker de stekker
uit het toestel.
Als het toestel uitschakelt, gaat u als volgt te werk om het toestel opnieuw op te
starten:
1.
Verwijder de stekker uit het toestel.
2.
Druk de circuitonderbreker in om het toestel opnieuw op te starten.
3.
Plaats de stekker in het toestel.
Afstellen van de steunvoeten
Het toestel is voorzien van 4 steunvoeten. Als het toestel niet stabiel is, kunnen de
steunvoeten worden versteld.
1.
Draai de steunvoeten zo ver in of uit als nodig is om het toestel in een stabiele
positie te krijgen.
2.
Haal de borgmoeren aan om de steunvoeten te vergrendelen.
RN2
NL
61