Aanwijzing
Tachograaftype, tachograafuitvoering,
serienummer en bouwjaar alsmede het
test- en toelatingsteken zijn na het ope-
nen van de tachograaf zichtbaar op het
typeplaatje.
Microprocessor-uitvoering
2.
Technische gegevens
2.1
Omgevingsvoorwaarden
Temperatuurbereik: –25 °C tot +70 °C
2.2
Electrische gegevens
Voedingsspanning 12 V of 24 V
etiket op de geopende apparaatdeksel)
2.3
Meetbereik eindwaarden
De EC-tachograaf wordt geleverd met de
volgende meetbereik eindwaarden:
–
Snelheid:
100, 125, 140, 160, 180 km/h
–
Toerental: 2500, 3300 min
© Continental Automotive GmbH
2.4
Signalering-instelling
Het instelbereik voor het inschakelen van
het waarschuwingssignal bij overschrij-
ding van de ingestelde grenswaarde is
afhankelijk van de hoogste schaalwaar-
den van de ingebouwde tachograaf. De
opgave vindt derhalve plaats in procen-
ten van de schaaleindwaarde:
–
Instelbereik snelheid:
tussen 40 % en 100 %
(uitzondering 180 km/h: tussen 33 % tot 72 %)
–
Instelbereik motortoerental:
tussen 25 % en 100%
3.
De originele diagramschijf
(afbeelding II)
De diagramschijf (registratieblad) is
bij de EC-tachografen 1318 persoons-
gebonden:
Wisselt bijvoorbeeld de chauffeur binnen
zijn dagelijkse werktijd van auto, dan moet
hij zijn diagramschijf meenemen. De voer-
(zie het
tuigwisseling dient aangetekend te worden
.
op de achterzijde van de diagramschijf.
Principieel bevat de diagramschijf twee
soorten registraties: de in handschrift
aangebrachte gegevens op het
middenveld (5) en de automatische
(tijdsafhankelijke) apparaat registraties.
Het "eivormige" gat in de schijf (6) stelt
-1
zeker dat als het uurwerk juist is ingesteld
op de tijd van de dag (1), de
diagramschijf ook in overeenstemming
daarmee wordt ingelegd.
59