een veiligheidsplatform.
- SPANNING TUSSEN ELEKTRODENHOUDER OF TOORTSEN:
wanneer men werkt met meerdere lasmachines op een enkel
stuk of op meerdere elektrisch verbonden stukken, kan er
een gevaarlijke som van nullastspanningen tussen twee
verschillende elektrodenhouders of toortsen gegenereerd
worden, aan een waarde die het dubbel van de toegelaten
limiet kan bereiken.
Het is noodzakelijk dat een ervaren coördinator de
instrumentmeting uitvoert om te bepalen of er een risico bestaat,
zodanig dat hij de geschikte beschermingsmaatregelen kan
treffen zoals wordt aangeduid in 7.9 van de norm "EN 60974-9:
Apparatuur voor booglassen. Deel 9: Installatie en gebruik".
RESIDU RISICO'S
- OMKANTELING: de lasmachine op een horizontaal oppervlak
plaatsen met een adequaat draagvermogen voor de massa;
zoniet (vb. hellende, oneffen bevloeringen enz...) bestaat het
gevaar van omkanteling.
- ONJUIST GEBRUIK: het gebruik van de lasmachine is gevaarlijk
voor gelijk welke bewerking die verschilt van diegene die
voorzien zijn (vb. ontvriezen van buizen van de waterleiding).
- VERPLAATSING VAN HET LASAPPARAAT: bevestig de
gasfles altijd met geschikte middelen om te voorkomen dat
deze kan vallen (indien gebruikt).
De beschermingen en de mobiele gedeelten van het omhulsel
van de lasmachine en van de draadvoeder moeten in hun
stand staan voordat de lasmachine wordt verbonden met het
voedingsnet.
OPGELET! Gelijk welke manuele ingreep op gedeelten in
beweging van de draadvoeder, bijvoorbeeld:
- Vervanging rollen en/of draadgeleiders;
- Invoer van de draad in de rollen;
- Lading van de draadspoel;
- Schoonmaak van de rollen, van de raderwerken en van de
eronder staande zone;
- Smering van de raderwerken.
MOET UITGEVOERD WORDEN MET EEN UITGESCHAKELDE
LASMACHINE DIE LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
- De handgreep mag niet worden gebruikt om het lasapparaat
aan op te hangen.
- Het is verboden de lasmachine op te hijsen.
2. INLEIDING EN ALGEMENE BESCHRIJVING
Deze lasmachine is een stroombron voor het booglassen, speciaal
gerealiseerd voor het MAG-lassen van koolstofstaal of laaggelegeerd
staal met beschermingsgas CO
makend van massieve of geaderde (buisvormige) draadelektroden.
Ze zijn bovendien geschikt voor het MIG-lassen van roestvrij stalen
met gas Argon + 1-2% zuurstof en van aluminium met gas Argon,
gebruik makend van draadelektroden met een adequate analyse
voor het te bewerken stuk (alleen modellen Fig. B1).
Bovendien is het gebruik mogelijk van geaderde draden die geschikt
zijn voor het gebruik zonder beschermend gas waarbij de polariteit
van de toorts moet aangepast worden aan hetgeen door de fabrikant
van de draad wordt aangeduid (Model Fig. B2 gebruikt alleen
kerndraad).
SERIE-ACCESSOIRES:
- toorts;
- retourkabel volledig met massatang;
- kit wielen (in de modellen met wagen).
3. TECHNISCHE GEGEVENS
KENTEKENPLAAT
De belangrijkste gegevens m.b.t. het gebruik en de prestaties van de
lasmachine zijn samengevat op de kentekenplaat met de volgende
of mengsels Argon/CO
2
2
betekenis:
1- EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de bouw van
de machines voor booglassen.
2- Symbool van de binnenstructuur van de lasmachine.
3- Symbool van de voorziene lasprocedure.
4- Symbool S: wijst erop dat er lasoperaties mogen uitgevoerd
worden in een ruimte met een verhoogd risico van elektroshock
(vb. in de onmiddellijke nabijheid van grote metalen massa's).
5- Symbool van de voedingslijn:
1~ : eenfase wisselspanning;
3~ : driefasen wisselspanning.
6- Beschermingsgraad van het omhulsel.
7- Kentekens van de voedingslijn:
- U
: Wisselspanning en voedingsfrequentie van de lasmachine
1
(toegelaten limieten ±10%).
- I
: Maximum stroom verbruikt door de lijn .
1 max
- I
: Effectieve voedingsstroom .
1eff
8- Prestaties van het lascircuit:
- U
: maximum spanning piek leeg (lascircuit open).
0
- I
/U
: Genormaliseerde overeenstemmende stroom en
2
2
spanning die door de lasmachine tijdens het lassen kunnen
verdeeld worden.
- X : Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de machine
de overeenstemmende stroom kan verdelen (zelfde kolom).
Wordt uitgedrukt in %, op basis van een cyclus van 10min (vb.
60% = 6 minuten werk, 4 minuten pauze; en zo verder).
Ingeval de gebruiksfactoren (van de kentekenplaat, die
verwijzen naar 40°C ruimte) overschreden worden, wordt
de ingreep van de thermische beveiliging bepaald ( de
lasmachine blijft in stand-by tot haar temperatuur terug binnen
de toegestane limieten ligt).
- A/V-A/V : Duidt de gamma aan van de regeling van de
lasstroom (minimum - maximum) aan de overeenstemmende
boogspanning.
9- Inschrijvingsnummer voor de identificatie van de lasmachine
(noodzakelijk voor de technische service, de aanvraag van
reserve onderdelen en het opzoeken van de oorsprong van het
product).
10-
werking moet voorzien worden voor de bescherming van de lij.
11- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de betekenis
aangeduid is in hoofdstuk 1 "Algemene veiligheid voor het
booglassen".
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de kentekenplaat geeft
een indicatieve aanwijzing van de betekenis van de symbolen en van
de cijfers; de exacte waarden van de technische gegevens van de
lasmachine in uw bezit moeten rechtstreeks genomen worden van
de kentekenplaat van de lasmachine zelf.
ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
- LASMACHINE: zie tabel 1 (TAB. 1)
- TOORTS: zie tabel 2 (TAB. )
Het gewicht van de lasmachine staat aangeduid in tabel 1 (TAB.
1).
4. BESCHRIJVING VAN DE LASMACHINE
gebruik
INRICHTINGEN VAN CONTROLE, REGELING EN VERBINDING
5. INSTALLATIE
OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE
EN
ELEKTRISCHE
DE
LASMACHINE
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD
PERSONEEL.
De lasmachine uitpakken, de montage van de losgemaakte
gedeelten bevat in de verpakking uitvoeren.
Assemblage beschermend masker
- 37 -
Fig. A
: De waarde van de zekeringen met vertraagde
Fig. B1, B2
AANSLUITINGEN
VOLLEDIG
UITGESCHAKELD
INRICHTING
Fig.C
Fig. D
UITVOEREN
MET
EN