7 BEVEILIGINGSSYSTEMEN
De inverter is uitgerust met systemen die in geval van storingen de pomp, de motor, de voedingslijn en de
inverter zelf beschermen. Bij activering van één of meerdere beschermingen, wordt de bescherming met de
hoogste prioriteit onmiddellijk op het display gesignaleerd. Afhankelijk van het soort fout is het mogelijk dat de
elektropomp uitschakelt, maar op het moment dat de normale condities hersteld worden, kan de foutstatus
automatisch meteen of, na een automatische reset, na een bepaalde tijd worden.
In geval van blokkering door ontbreken van water (BL), blokkering wegens te hoge stroom in de motor van de
elektropomp (OC), blokkering wegens te hoge stroom in de uitgangstrappen (OF), blokkering wegens directe
kortsluiting tussen de fasen van de uitgangsklem (SC), kan men proberen de foutconditie te verlaten door
tegelijkertijd op de toetsen + en - te drukken. Als de foutconditie hierdoor niet wordt opgeheven, dient de
oorzaak van de storing te worden geëlimineerd.
Indicatie display
PD
FA
Indicatie display
BL
BPx
LP
HP
OT
OB
OC
OF
SC
EC
Ei
Vi
7.1 Beschrijving van de blokkeringen
"BL" Blokkering wegens ontbreken water
7.1.1
Bij condities van een debiet dat lager is dan de minimumwaarde met een druk die lager is dan de ingestelde
regeldruk, wordt gesignaleerd dat er geen water is en schakelt het systeem de pomp uit. De tijd voor
voortzetting in afwezigheid van druk en stroming wordt ingesteld via parameter TB in het menu TECHNISCHE
SERVICE.
Indien er per abuis een druk setpoint wordt ingesteld dat hoger is dan de druk die de elektropomp bij sluiting
kan opbrengen, signaleert het systeem "blokkering wegens ontbreken water" (BL) ook als het in dit geval niet
om het ontbreken van water gaat. In dit geval moet de regeldruk verlaagd worden tot een redelijke waarde,
die normaal gesproken niet hoger is dan 2/3 van de opvoerhoogte van de geïnstalleerde elektropomp.
De parameters Factor bedrijf zonder vloeistof 6.5.14 en Minimumdruk voor uitschakeling wegens ontbreken
van water 6.5.15 maken het mogelijk de interventiedrempels in te stellen voor de beveiliging tegen
droogdraaien.
Als de parameters: SP, RC, SO en MP niet correct zijn ingesteld, kan de beveiliging in geval van
ontbreken van water niet correct functioneren.
Alarm in de fouthistorie
Niet-reguliere uitschakeling
Problemen in het koelsysteem
Condities voor blokkering
Blokkering wegens ontbreken water
Blokkering wegens leesfout op de i-ste druksensor
Blokkering wegens lage voedingsspanning
Blokkering wegens hoge interne voedingsspanning
Blokkering wegens oververhitting van de eindvermogenstrappen
Blokkering wegens oververhitting van de printplaat
Blokkering wegens te hoge stroom in de motor van de elektropomp
Blokkering wegens te hoge stroom in de uitgangstrappen
Blokkering wegens directe kortsluiting tussen de fasen van de uitgangsklem
Blokkering wegens niet ingestelde nominale stroom (RC)
Blokkering wegens i-ste interne fout
Blokkering wegens i-ste interne spanning buiten tolerantie
Tabel 32: indicatie van de blokkeringen
NEDERLANDS
Beschrijving
Tabel 31: Alarmen
Beschrijving
440