2
De nominale minimumdiameter van de hydraulische aansluitleidingen moet 1" bedragen.
Om onderhoud en reparatiewerken mogelijk te maken, is het absoluut noodzakelijk dat iedere hydraulische aansluiting
met bijbehorende handmatige sluitkleppen uitgerust is.
Onderstaande tabel toont de kenmerken die de hydraulische installatie moet bezitten.
Nominaal water-
debiet*
Waterinhoud
installatie
Bedrijfsdruk
Hoogteverschil
installatie
*
Voor vloerinstallaties
** Met maximumtemperatuur water installatie 35°C
verbindingen van de binnenunit.
Controleer of de ladingverliezen van de installatie het vereiste waterdebiet garanderen (zie par.2.10.2).
Indien grotere opvoerhoogtes nodig mochten zijn, wegens hoge ladingverliezen van de installatie, dan dient een inertievat
toegevoegd te worden, dan wel een hydraulische separator en een externe terugvoerpomp.
Controleer of de installatie de minimaal vereiste waterinhoud heeft om de goede werking van het systeem te garanderen. Is dit
onvoldoende dan moet een dergelijk accumulatievat worden toegevoegd dat de vereiste waterinhoud bereikt wordt.
De distributieleidingen van het water moeten op adequate wijze geïsoleerd worden met piepschuim of gelijkaardig materiaal. Ook
de onderbrekingskleppen, de bochten en de diverse aansluitingen moeten op adequate wijze geïsoleerd worden. Om luchtbellen
binnenin het circuit te voorkomen, moeten automatische of handmatige ontluchtingssystemen aangebracht worden in alle punten
waar de lucht opeengehoopt kan worden (hoogste leidingen, sifons, enz.).
Is het hydraulische circuit eenmaal gevuld en is gecontroleerd dat er geen lekken zijn, verwijder dan de blokkeerbeugel
van de circulatiepomp (afb. 20 ref. A) door de bevestigingsmoer (afb. 20 ref. B) te verwijderen. Hermonteer de moer
vervolgens opnieuw.
2.5.1
Hydraulisch circuit (afb. 21)
Het hydraulische schema van afb. 21 stelt de belangrijkste delen van de binnenunit en een typisch hydraulisch circuit voor.
1
Ingang water
2
Veiligheidsklep (3 bar)
3
Manometer
4
Temperatuursonde retour installatiewater T1
5
Warmtewisselaar met platen
6
Temperatuursonde aanvoer installatiewater T2
7
Debietmeter
8
Expansievat
9
Collector elektrische weerstanden
10 Automatische ontluchting
11 Circulatiepomp
12 Driewegklep omleiding (in de machine opgenomen op versie 3W)
13 Uitgang water installatie
14 Uitgang water voor accumulatie sanitairwater
15
16 Verbindingen koelleidingen
17 Temperatuursonde boiler sanitairwater T3
A
Binnenunit
B
Buitenunit
C
Installatie (ventilatorconvectoren, radiatoren of straalpanelen/-vloeren)
D
Accumulatie sanitairwater
E
Extra warmtebron (bv. gasketel)
68
OS-CEBSH24EI
OS-CEBCH36EI
Unit
Binnenunit SHERPA SMALL
l/s
0,31
Min
l
23
Max**
l
400
Max
kPa
300
Max
m
20
OS-CEBCH48EI
OS-CEBTH48EI
Binnenunit SHERPA BIG
0,52
0,62
0,62
38
45
400
400
300
300
20
20
OS-CEBCH60EI
OS-CEBTH60EI
0,69
0,79
45
51
400
400
400
300
300
300
20
20
58
20