Overtuig u ervan dat de testdraden stevig in de bussen van het
instrument zijn gestoken en dat de spanning van de te testen
kabel(s) werd afgenomen . Verbind de testdraad met de te testen
kabel. Bij werkzaamheden aan stroomkabels onder spanning
moet een blokkeerfilter worden gebruikt om het instrument van
de stroomkabels te isoleren.
Zet het instrument aan en de display zal enkele seconden het
startscherm tonen. De TDR zal dan een trace tonen. Het
instrument zal ingesteld worden volgens de laatst gebruikte
bereik en snelheidsfactoren. Als deze instellingen verschillen
voor de te testen kabel (K.O.T, kabel onder test) moet eerst de
modustoets gebruikt worden om door de beschikbare modi te
lopen en de gewenste modus te kiezen. Gebruik dan de VF bi-
directionele toets om de snelheidsfactor voor de K.O.T in te
stellen (indien onbekend moeten de in de Snelheidsfactor sectie
beschreven stappen worden opgevolgd). Loop tenslotte door de
beschikbare bereiken en kies een voldoende lang bereik voor de
volledige lengte van de K.O.T.
Met de versterking ingesteld op het laagst mogelijke niveau voor
eenvoudige identificatie van het kabelkenmerk, bijv. een open of
gesloten circuit, moet de cursor op het beginpunt van de
terugkaatsing worden geplaatst. Om het beginpunt van de
terugkaatsing nauwkeuriger te bepalen kan de DISPLAY toets
worden ingedrukt om in te zoemen op de huidige cursorpositie.
De cursor is nu geplaatst en met gebruik van de cursor links en
rechts toetsen zal de trace relatief tot dat punt bewegen. De
huidige zoomlokatie in verhouding tot het volledige tracebereik
wordt bovenaan de display getoond. De afstand kan dan direct
van de display worden afgelezen. Als deze snelheidsfactor
onjuist is, zal ook de getoonde afstand onjuist zijn.
Bediening
Om identificatie van gedeeltelijke kabelfouten mogelijk te maken,
d.w.z. deze fouten die slechts een gedeelte van het signaal naar
het instrument terugkaatsen, kan de versterking van het
instrument worden afgesteld. Met een minimale versterking kan
het einden van de kabel op de trace worden gezien, en indien
een kleinere fout vermoed moet de versterking worden verhoogd
tot de fout meer zichtbaar is. Als een kleinere fout wordt vermoed
kan de versterking worden verhoogd tot de fout meer zichtbaar
is.
Hieronder
twee
typische
tracedisplays getoond.
De bovenste is een
open
circuit
1.200
verwijderd. De tweede
is een kortgesloten
circuit, 1.200 meter
verwijderd
en
instrument toont de
'batterij
waarschuwing.
worden
kabel,
meter
het
laag'
89