NL
Voorafgaand aan het gebruik
Aanbrengen van de wielen
1 . Plaats de compressoreenheid op een veilig en vlak oppervlak, klaar voor de assemblage en
breng de wielen (8) en de wielbouten (15) aan.
2. Leg de compressoreenheid voorzichtig op haar zijde om toegang te krijgen tot de montagegaten
voor de wielen (Fig. IV).
3. Schuif het van schroefdraad voorziene einde van de wielbout door het centrum van het wiel en
vervolgens door het wielmontagegat.
4 . Zet vast met behulp van de overeenstemmende moer
Herhaal de stappen 1-4 voor de andere zijde
Montage van de rubberen voet
1 . Plaats de compressor op een veilig en vlak oppervlak om toegang te krijgen tot het montagegat
voor de voet (Afbeelding A) . Plaats de rubberen voet (12) en de bouten (rubberen voet) (13)
2 . Schuif de bevestigingsbout door de bodem van de rubberen voet (afbeelding B) en vervolgens
door het montagegat van de voet (Fig. V), en zet vast met behulp van de 0overeenstemmende
ring en moer
De toegang tot het andere montagegat is mogelijk in de huidige positie van de compressor .
Herhaal stappen 1-2
Installatie luchtfilter
1. De van schroefdraad voorziene luchtinlaatopening (20) bevindt zich langs de zijde van de
cilinderkop (Afbeelding D)
2. Schroef de luchtfilter (16) in de luchtinlaatopening
Vullen met motorolie & installatie van de ontluchter
voor het carter
Waarschuwing: Deze compressor wordt zonder olie geleverd. Tracht NIET de motor te starten tot
deze gevuld is met het gepaste type en de gepaste hoeveelheid olie.
Waarschuwing: Maak enkel gebruik van een olietype dat is vermeld onder "Specificaties". Olie met
hoge viscositeiten kan verstoppingen veroorzaken vanwege een gebrekkige circulatie bij een koude
start. Olie met een lage viscositeit zal de compressor niet voldoende kunnen smeren.
Opmerking: Vervang de smeerolie en maak het carter schoon na de eerste 10 werkingsuren.
Opmerking: Plaats de compressor steeds op een horizontaal oppervlak alvorens olie toe te voegen
of het oliepeil te controleren .
1 . Plaats de compressor op een veilig en vlak oppervlak
2. Verwijder de transportdop uit de ontluchteropening van het carter (18) en berg deze op een
veilige plaats op . De ontluchteropening van het carter is nu toegankelijk
Opmerking: Deze compressor is voorzien van een exeterne oliepeilaanduiding (19) (Afbeelding C)
om het oliepeil gemakkelijk af te kunnen lezen.
3 . Vuil het carter met geschikte motorolie (Fig . III) tot het centrum van de rode "FULL" markering op
de oliepeilaanduiding
Schroef de ontluchter van het carter (14) in de ontluchteropening
Snelkoppeling aanbrengen
Opmerking: Dit gereedschap is voorzien van twee 3-in-1 luchtleidingsnelkoppelingen:
5 . Breng PTFE-tape (niet meegeleverd) aan op de schroefdraad van de snelkoppelingen (23 & 24)
(afbeelding F). Dit helpt voor het creëren van een luchtdichte afdichting.
Opmerking: Breng de PTFE-tape in wijzerzin en stevig aan zodat hij niet loskomt wanneer de
schroefdraad in het gereedschap wordt aangebracht.
6. Verwijder de beschermingsdop uit de luchtafvoeren van de drukregelaar (4)
7 . Gebruik een steeksleutel (niet meegeleverd), schroef de snelkoppelingen één per één in de
luchtopeningen
8. Verbind met de luchtleiding, breng voorzichtig onder druk en controleer de eventuele
aanwezigheid van lekken (bijv. door kleine hoeveelheden sop op de buitenzijde van de koppelingen
aan te brengen)
Luchtleidingen die voorzien zijn van overeenstemmende mannelijke snelkoppelingen kunnen nu
eenvoudig op het gereedschap gedrukt worden.
Regelventielen & koppelingen
Opmerking: Controleer steeds de werking van het overdrukventiel (22) voorafgaand aan het
gebruik; de werking ervan is van cruciaal belang voor een veilig gebruik van de compressor.
Zorg ervoor dat alle ventielen en koppelingen correct aangespannen en aangebracht zijn voordat
u het apparaat gebruikt
50
Werking
Waarschuwing: Draag bij het werken met dit gereedschap steeds gepaste persoonlijke
beschermende uitrusting, met inbegrip van oogbescherming, oorbescherming, en
ademhalingsbescherming .
In- en uitschakelen
1 . Zorg ervoor dat de compressor is ontkoppeld van alle luchtgereedschappen of
persluchtleidingen, en dat de aan/uit-schakelaar (21) niet is ingedrukt
2 . Verbind de machine met de voeding
3 . Trek de aan/uit-schakelaar naar boven . Dit start de compressor (Fig . I)
4. Laat de compressor de nodige druk opbouwen; de druk in het reservoir is weergegeven op de
persluchtmanometers (3 & 5) . Wanneer de reservoirdruk (10) 8 bar bereikt (116 psi), stopt de
motor automatisch
Druk de aan/uit-schakelaar in om de compressor uit te schakelen (Fig . I)
Persluchtgereedschap aansluiten
• Gereedschappen kunnen verbonden worden met behulp van de snelkoppelingen (23 & 24)
door gebruik te maken van een geschikte persluchtleiding met overeenstemmende ¼" en 3/8"
aansluitingen
• Persluchtgereedschap dient steeds uitgeschakeld te zijn alvorens verbonden te worden. Het
gereedschap wordt onder druk geplaatst zodra het verbonden wordt.
• Om een persluchtgereedschap te verbinden, koppelt men de persluchtleiding vast aan het
gereedschap, en duwt men de bajonetkoppeling in de snelkoppeling van de compressor.
• Zodra de verbinding tot stand is gebracht, kan de druk aangepast worden. Draai de drukregelaar
(4) in wijzerzin om de druk op te voeren, en in tegenwijzerzin om de druk te verlagen (Fig. II). De
leidingsdruk is weergegeven op de overeenstemmende manometer (3 of 5)
Maak de persluchtleiding los door de buitenhuls van de hogedrukpoort los te trekken en door de
bajonetfitting naar buiten te trekken. Wees erop bedacht dat er in de persluchtleiding en in het
gereedschap residuele druk aanwezig kan zijn.
Aanpassen van de leidingdruk
• De druk van de aan het gereedschap geleverde perslucht (lijndruk) kan ingesteld worden
door middel van de drukregelaar (4). De lijndruk is weergegeven op de overeenstemmende
manometer (3 of 5)
Voer de lijndruk op door de drukregelaar in wijzerzin te draaien. om de lijndruk te reduceren, draait
men de drukregelaar in tegenwijzerzin.
Accessoires
Een heel gamma aan accessoires - met inbegrip van slangen, luchtfilters, en regelaars, koppelingen,
en persluchtgereedschappen - is te verkrijgen bij uw Silverline-verdeler.
Onderhoud
Waarschuwing: Gebruik STEEDS geschikte persoonlijke beschermingsuitrusting, met inbegrip van
oogbescherming en oliebestendige handschoenen, wanneer u onderhoud pleegt aan of op deze
compressor . Zorg STEEDS voor een aangepaste ventilatie .
Waarschuwing: Indien u olie verwijdert tijdens het onderhoud dient dat te gebeuren in daarvoor
geschikte en afgesloten reservoirs, en dient de olie afgevoerd te worden in overeenstemming met
de geldende wet- en regelgeving.
Waarschuwing: Schakel de compressor STEEDS uit en wacht tot alle componenten volledig zijn
afgekoeld alvorens onderhoud of reinigingswerkzaamheden uit te voeren (met uitzondering van
het verwijderen van olie; er wordt verwezen naar "Motorolie vervangen").
Opmerking: Het onderhoudsschema dient aangepast te worden in functie van het gebruik en van
de omgevingsomstandigheden. Indien de compressor frequent gebruikt wordt en/of gebruikt wordt
in strengere omstandigheden zijn kortere onderhoudsintervallen aan te bevelen.
Waarschuwing: Koppel het gereedschap STEEDS los van de voeding alvorens onderhoud of
schoonmaakwerkzaamheden uit te voeren.
Probeer NOOIT onderhoud uit te voeren terwijl het persluchtreservoir onder druk staat.