Vingergeleiding; Gedrag Bij Opening Van De Deur (Alleen Bij Inbouw-Variant) - BKS B-55600-20-1-8 Manual De Instrucciones Y De Montaje

5.2

Vingergeleiding

Bij slecht ingevoerde vingers kunnen foutieve afwijzingen optreden. Daarom
dient men bij het invoeren uiterst zorgvuldig te werk te gaan. Hoe beter
de vinger is ingevoerd, des te beter wordt deze bij de identificatie later ook
herkend.
Bij foutieve afwijzingen kan het gedrag worden verbeterd, wanneer dezelfde
vinger twee tot drie keer wordt ingevoerd.
Voor een optimale herkenning van de vingerafdruk is een groot oppervlak
van de vingerafdruk nodig. Hiervoor dient de vinger zo vlak mogelijk over de
sensor te worden gehaald.
5.3

Gedrag bij opening van de deur (alleen bij inbouw-variant)

Is de deur langer dan 12 seconden geopend, wordt de vingerscan uitgescha-
keld. Bij kortstondig uitschakelen bereikt de vingerscansensor binnen
3 tot 5 seconden zijn optimale bedrijfstemperatuur. Is de deur langer dan 10
minuten geopend, dan duurt het 15 tot 20 seconden totdat de vingerscan-
sensor zijn optimale bedrijfstemperatuur bereikt. In deze opwarmfase kan
het zo zijn dat een vinger niet wordt herkend (afwijzing met rode led). Haal
in dat geval uw vinger a.u.b. opnieuw over de sensor.
De opgeslagen vingerafdrukken voor het openen van een deur, blijven
bewaard bij een stroomuitval. Datum en tijd voor de analyse van gebeurte-
nissen moeten na een stroomuitval opnieuw worden ingesteld.
387