7.2
Gebruikersvinger invoeren
Het apparaat is operationeel:
alleen de blauwe led is aan.
Mastervingers mogen niet als gebruikersvingers
worden ingevoerd!
Ga met de mastervinger over de sensor: de rode
en groene led gaan even aan.
Druk op toets E (Enroll) van het programmeer-
apparaat.
Voer een ID in tussen 1 en 150 via het program-
meerapparaat
Druk ter bevestiging op de "OK"-toets.
Ga met de gebruikersvinger over de sensor. Is
het invoeren geslaagd, dan gaat de groene led
aan.
Voor het optimaliseren van het herkenningsper-
centage wordt geadviseerd om gebruikersvin-
gers 3 keer in te voeren. In dit geval worden 3
van de 150 beschikbare sjablonen bezet.
Bij "lastige" vingers kan het nodig zijn om
dezelfde gebruikersvinger tot 6 keer toe in te
voeren of om een andere vinger als gebruikers-
vinger te gebruiken.
401