De Kalibratiegegevens Weergeven; Een Controle Van De Kalibratie Uitvoeren; Een Temperatuurkalibratie Uitvoeren; Een Debietkalibratie Uitvoeren - Hach NA5600 sc Na+ Manual De Operaciones

Ocultar thumbs Ver también para NA5600 sc Na+:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 121
4. Bereid 500 mL 1000-ppb Na-kalibratiestandaard als volgt:
a. Spoel de andere maatkolf drie keer met ultrapuur water.
b. Gebruik een pipet om 50 mL van de 100 ppm Na-standaard aan de maatkolf toe te voegen.
Zet de pipet in de kolf om de oplossing toe te voegen.
c. Voeg ultrapuur water toe tot aan de 500 mL-markering.
d. Schud de maatkolf om de oplossing volledig te mengen.
5. Bewaar de oplossingen die niet worden gebruikt in een schone plastic fles. Spoel de fles met
ultrapuur water en vervolgens met een kleine hoeveelheid van de kalibratiestandaard. Plaats een
label op de fles dat de oplossing identificeert en de datum waarop die is gemaakt.

5.3 De kalibratiegegevens weergeven

Om de resultaten van de laatste kalibratie te zien, drukt u op cal en selecteert u
KALIBRATIEGEGEVENS.
Om de resultaten van de laatste tien kalibraties te zien, drukt u op menu en selecteert u GEGEVENS
WEERGEVEN > LOG-GEGEVENS > KALIBRATIELOG BEKIJKEN.

5.4 Een controle van de kalibratie uitvoeren

Voer een kalibratiecontrole uit om te bepalen of de analyser nog gekalibreerd is.
1. Druk op menu en kies vervolgens STEEKMONSTER/VERIFICATIE.
2. Selecteer VERIFICATIE en druk op enter.
3. Volg de instructies op het display.
4. Voeg, wanneer hierom gevraagd wordt, 200 mL van de kalibratiestandaard aan het overloopvat
toe. De aanbevolen standaard is 100 ppb.
Opmerking: Gebruik geen standaardoplossing van minder dan 100 ppb, omdat die snel kan worden
verontreinigd, waardoor de concentratie verandert.
Belangrijk: De temperatuur van de kalibratiestandaard mag niet meer dan ± 5 °C (9 °F) zijn dan
de kalibratiestandaard die gebruikt werd voor het kalibreren van de analyser.
5. Wanneer de kalibratiecontrole voltooid is, moet u onmiddellijk een kalibratie uitvoeren als
"ERROR" verschijnt. Als "GOED" verschijnt, is er geen actie nodig.

5.5 Een temperatuurkalibratie uitvoeren

Zorg ervoor dat de temperatuurlezing zo accuraat mogelijk is.
1. Verwijder de natriumelektrode uit de middelste kamer van de meetcel.
2. Plaats de natriumelektrode in gedeïoniseerd water om hem nat te houden.
3. Plaats een gekalibreerde temperatuursensor in de middelste kamer van de meetcel.
4. Noteer de temperatuurwaarde.
5. Druk op cal en selecteer vervolgens TEMPERATUURKALIBRATIE.
De monstertemperatuur wordt op het display weergegeven.
6. Druk op enter.
7. Als de gemeten temperatuur en de temperatuur op het display niet hetzelfde zijn, voer dan een
temperatuurcompensatie in.
Bijvoorbeeld, als de geregistreerde temperatuur 23 °C en de temperatuur op het display 25 °C is,
voer dan -2 °C in.
8. Installeer de natriumelektrode in de middelste kamer van de meetcel.

5.6 Een debietkalibratie uitvoeren

Zorg ervoor dat de waarde van de doorstroomhoeveelheid zo accuraat mogelijk is.
236 Nederlands

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido