Resetten Van De Overbelastingstimer Voor Relais; Hold-Modus Voor Fouten Instellen; De Veiligheidsinstellingen Instellen - Hach NA5600 sc Na+ Manual De Operaciones

Ocultar thumbs Ver también para NA5600 sc Na+:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 121
• PROCESGEBEURTENIS functie
Optie
GEBEURTENISSEN
SELECTEREN

4.17.1 Resetten van de overbelastingstimer voor relais

De instelling van de overbelastingstimer voor de relais voorkomt een situatie waarin de meetwaarde
hoger is dan de instelwaarde of de instelling van de hysterese (bijvoorbeeld een beschadigde
elektrode of een verstoord proces) door het continu ingeschakeld blijven van een relais. De
overbelastingstimer begrenst hoe lang de relais en hun verbonden regelelement ingeschakeld
blijven, onafhankelijk van de omstandigheden.
Wanneer het geselecteerde tijdsinterval van de overbelastingstimer afloopt, knippert de status van
het relais in de rechterbovenhoek van het meetscherm totdat de overbelastingstimer opnieuw wordt
ingesteld. Druk op diag, selecteer vervolgens OVERFEED RESET (opnieuw instellen van de
overbelasting) om de overbelastingstimer opnieuw in te stellen.

4.18 Hold-modus voor fouten instellen

Als er een analoge uitgang of een relais in de analyser op een extern apparaat aangesloten is,
selecteert u de stopmodus voor fouten.
1. Druk op menu, selecteer vervolgens INSTELLINGEN SYSTEEM > ANALYSER
CONFIGUREREN > INSTELLINGEN UITGANGEN > ERROR STOPMODUS.
2. Selecteer een optie.
Optie
UITGANG VASTH
(standaard)
VERPLAATSUITVOER

4.19 De veiligheidsinstellingen instellen

Activeer wachtwoordbeveiliging indien nodig. Selecteer de menuopties die met een wachtwoord
beveiligd zijn.
Opmerking: De wachtwoordbeveiliging is standaard uitgeschakeld.
232 Nederlands
Beschrijving
Schakelt het relais in wanneer de geselecteerde gebeurtenis optreedt.
Druk op de pijl naar LINKS om een selectievakje aan of uit te vinken.
1, 2, 3 of 4 METEN: schakelt het relais aan tijdens de meetcyclus van
kanaal 1, 2, 3 of 4.
KALIBREREN: zet het relais aan tijdens de kalibratie.
UITSCHAKELEN: zet het relais aan in de uitschakelmodus.
OPSTARTEN: zet het relais aan tijdens de opstartcyclus.
STEEKMONSTER: zet het relais aan tijdens de steekmonstermeting.
EINDE VAN METING AANGEVEN: zet het relais aan gedurende
1 seconde bij het einde van elke meetcyclus.
Beschrijving
Houdt de relais en de analoge uitgangen op de laatst bekende
waarde wanneer er een fout optreedt of metingen gestopt
worden (bijvoorbeeld kalibratie, spoelen, heractivering of
steekmonstermeting).
Stelt de relais en de analoge uitgangen in op de
overdrachtswaarde die in de analoge uitgangs- en
relaisinstellingen ingesteld is, wanneer er een fout optreedt of
metingen gestopt worden (bijvoorbeeld kalibratie, spoelen,
heractivering of steekmonstermeting).

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido