Optie
SEQUENCER
CONFIGUREREN
(optioneel)
SAMPLE MISSING
(monster ontbreekt)
SET DATE & TIME
DISPLAY SETUP
HERINNERINGEN UIT
APPARATEN BEHEREN
INFORMATIE
INSTRUMENT
CALCULATION
INSTELLINGEN
UITGANGEN
INSTELLINGEN
NETWERK
(voorwaardelijk)
SECURITY SETUP
LUCHTZUIVERING
STANDAARDW.
HERSTELLEN
Apparaten beheren
Ingangsmodules installeren of verwijderen.
1. Druk op menu en selecteer MANAGE DEVICES (apparaten beheren).
2. Selecteer een optie.
Optie
SCAN FOR DEVICES Het systeem toont de aangesloten apparaten.
DELETE DEVICE
154 Nederlands
Omschrijving
Start of stopt metingen voor afzonderlijke monsterbronnen. Stelt de
meetvolgorde van de monsterbronnen in wanneer er meer dan één
monsterbron is.
Stelt de actie in die plaatsvindt als er geen monster wordt gedetecteerd.
Opties: ON DELAY (vertraging aan) (standaard) of OFF DELAY (vertraging
uit). ON DELAY (vertraging aan): het instrument wacht gedurende de rest van
de meetcyclus en gaat vervolgens naar het volgende monster in de rij. OFF
DELAY (vertraging uit): het instrument wacht gedurende 10 seconden en gaat
vervolgens naar het volgende monster in de rij.
Stelt de tijd en datum van de analyser in.
Wijzigt de taal. Past de volgorde van weergave van metingen aan. Past de
contrastinstellingen van het display aan.
Stopt herinneringen aan gepland onderhoud voor afzonderlijke componenten.
Opties: slangen, roerstaaf, colorimeterkuvet, luchtfilter, roermotor,
luchtuitlaatventiel, klemventiel, luchtcompressor, reagensventielen,
monsterventielen, standaardventielen, colorimeter-LED, ventilatorfilter,
luchtklep.
Installeert of verwijdert ingangsmodules. Raadpleeg
op pagina 154 voor meer informatie.
Toont de informatie van de analyser. Raadpleeg
op pagina 161.
Stelt de variabelen, parameters, eenheden en formules voor de analyser in.
Raadpleeg
Berekening instellen
Selecteert en configureert de 4–20mA-instelling, de relaisinstelling en de Hold-
modus voor fouten. Raadpleeg
meer informatie.
Geeft alleen aan of er een netwerkaart is geïnstalleerd. Modbus-, Profibus- en
HART-netwerkkaarten worden ondersteund.
Schakelt de wachtwoordcode (standaard = HACH55) in of uit.
Schakelt de luchtzuivering met behulp van een externe luchttoevoer in. Opties:
aan of uit (standaard). Uit: er wordt geen externe luchttoevoer gebruikt. De
ventilator is ingeschakeld en het luchtfilter is geïnstalleerd. Aan: er is een
externe luchttoevoer aangesloten op het instrument. De ventilator is
uitgeschakeld. Het luchtfilter is vervangen door een ventilator-filteraansluiting.
Wanneer u deze functie wilt gebruiken, zorg er dan voor dat er een ventilator-
filteraansluiting is aangebracht. Raadpleeg de documentatie die met de
luchtzuiveringsset is meegeleverd.
Stelt de configuratie in op de fabrieksinstellingen.
Omschrijving
Opmerking: Als er geen apparaat is aangesloten, keert het systeem terug naar het
hoofdmeetscherm.
Verwijdert het apparaat wanneer het niet langer is aangesloten.
Apparaten beheren
Instrumentinformatie bekijken
op pagina 155.
Uitgangen configureren
op pagina 155 voor