NL – NEDERLANDS
Voorzorgsmaatregelen
Optische loeponderdelen moeten zo dicht mogelijk bij uw ogen worden gedragen om het
grootst mogelijke gezichtsveld en de grootst mogelijke declinatiehoek te bereiken. Bij het
afstellen moeten de loepcilinders zich tegen of dicht bij de oogafscherming bevinden met
de loepen in een hoek van 45˚ tot 60˚.
Het gezichtsveld en de declinatiehoek worden verkleind bij een onjuiste loeppositie.
Juiste loeppositie
Onjuiste loeppositie
Stapsgewijze instructies
1. Scherpstellen
1.0 Optische loeponderdelen hebben een vooraf ingestelde brandpuntsafstand. U kunt de
brandpuntsafstand van de optische loeponderdelen eenvoudig vaststellen door naar uw
duimen te kijken terwijl u deze binnen en buiten uw gezichtsveld beweegt.
1.0
2. Aanpassen van de afstand tussen de pupillen (IPD)
2.0 Doorgaans hoeft alleen de afstand tussen de pupillen (IPD) te worden aangepast.
Trek tijdens het scherpstellen op een voorwerp de afstelknop tussen de pupillen omhoog
en draai eraan om de optische onderdelen verder uit elkaar of dichter naar elkaar toe
te brengen. Kijk tijdens het aanpassen van de IPD naar de buitenste ringen van het
gezichtsveld.
2.1 Kijk naar een voorwerp met de optische onderdelen ver uit elkaar.
2.2 Breng de optische onderdelen naar elkaar toe totdat u één cirkel ziet. Als u één cirkel
ziet, is de IPD ingesteld.
2.0
2.1
2.2
Nadat de IPD is
Voordat de IPD is
aangepast
aangepast
34
integralife.com