Elektrische Aansluiting; Ingebruikname; Routineonderhoud - Nidec Leroy-Somer D300 Manual Del Usuario

Aanbevelingen voor
nl
opslag en inbedrijfstelling
Commander ID300/302
- De openingen voor de afvoer van condensaat moeten zich onder de motor bevinden; plaats de motorregelaar niet
in een andere positie dan die bedoeld is voor de bediening. Wanneer dit niet schadelijk is voor de beveiliging van de
motor, kunnen de condensatie-aftapdoppen worden verwijderd.

• ELEKTRISCHE AANSLUITING

- Alle aansluitingen moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met de van kracht zijnde wetten in het land waar
de regelaar geïnstalleerd wordt. Dit geldt ook voor het aarden, zodat geen enkel rechtstreeks toegankelijk deel van de
regelaar onder netspanning of een andere spanning kan staan, wat gevaarlijk kan zijn. De spanningen op de kabels
of de netwerkaansluitingen, de remweerstand of het filter kunnen dodelijke elektrische schokken veroorzaken. Vermijd
aanraking. De regelaar moet gevoed worden via een stroomonderbreker om hem op een veilige manier te kunnen
uitschakelen.
- Als de lekstroom hoger is dan 3,5 mA, moet een vaste en permanente aardleiding worden aangesloten door middel
van een platte vlecht van 10 mm (het chassis is voorzien van een bossering voor de aansluiting van de aardleiding).
2
- De functies STOP en AFWEZIGHEID VEILIGE KOPPEL (SAFE TORQUE OFF) van de regelaar vormen geen
isolement tegen gevaarlijke spanning afkomstig uit de regelaar of andere externe opties.
• In de regelaar zijn de besturingskringen uitsluitend geïsoleerd van de stroomkringen door een basale isolatie
(eenvoudige isolatie). De installateur moet ervoor zorgen dat de externe besturingskringen niet door personen
kunnen worden aangeraakt, door ten minste één geschikte extra bescherming aan te brengen voor de betreffende
AC-spanning.
- Kabels moeten zonder stroom aangesloten worden door gekwalificeerd personeel.

• INGEBRUIKNAME

• De regelaar bevat condensatoren die na de stroom-onderbreking met mogelijk dodelijke spanning geladen blijven.
Indien de regelaar onder stroom is gezet, moet de AC-netspanning ten minste gedurende tien minuten worden
geïsoleerd alvorens de operatie voort te zetten.
- De Commander ID300/302 is voorzien van een gereduceerde DC-buscapaciteit (condensatoren met folie), waardoor
een rimpelspanning op de bus kan ontstaan met een onderbelaste aandrijving. Dankzij de fabrieksinstelling van de
regelaar kan dit fenomeen worden gecorrigeerd; voor meer dynamische toepassingen moet de instelling worden
aangepast.
- De motor is ontworpen voor snelheden die zijn vermeld op het identificatieplaatje (de maximale snelheden vermeld
in de technische catalogus van de motor ref. 5147 niet overschrijden).
- Sommige toepassingen vereisen bijzondere constructie-specificaties.
- Gebruik de motor niet voor andere doeleinden dan die vermeld op het identificatieplaatje
- Controleer of het spanningsverschil op de 3 fasen niet hoger is dan 2%.

• ROUTINEONDERHOUD

- Controleer in de tijd dat de instructies voor de mechanische en elektrische installatie worden nageleefd.
• RECYCLAGE
- Wanneer het einde van levensduur is bereikt, adviseren wij contact op te nemen met een onderneming die
materialen inzamelt om de verschillende componenten van de motorregelaar te recyclen.
LET OP: De voorschriften, instructies en beschrijvingen zijn voor een standaard uitvoering. Zij houden
geen rekening met de varianten in constructies of speciale aanpassingen.
Indien u zich niet aan deze aanbevelingen houdt, kan dit leiden tot de voortijdige slijtage van de
motorregelaar en uitsluiting van de fabrieksgarantie.
Meer informatie over de Commander ID300/302, vindt u op www.commanderID300.info.
17