7.-GEBRUIK VAN DE ZONNEKAP
Breng de kap aan tussen de buizen van de duwstang en de zi-
jkanten van de rugleuning, onder de zijhoofdsteunen. Schuif
de bevestiging van de kap in de geleiding die zich aan de zi-
jkant van de rugleuning bevindt totdat u een "klik" hoort.
Zodra de kap is geplaatst kan de stand ervan worden versteld
door de staafjes al naargelang de stand van de rugleuning
te verplaatsen.
8.- AFSTELLING VAN DE DUWSTANG
De duwstang kan in 7 verschillende standen worden afges-
teld. Druk de knoppen aan weerszijden van de duwstang
tegelijk in.
6
9.- VEILIGHEIDSRIEM
Uw wandelwagen beschikt over een veiligheidstuigje zodat
uw kind steeds veilig is. Pas telkens wanneer u de wande-
lwagen gebruikt de veiligheidsriem aan het kind aan.
10.- AFSTELLING VAN DE VOETSTEUN
De voetsteun kan in 5 verschillende standen worden afges-
teld. Druk tegelijkertijd de twee knoppen aan de buitenkant
van het stoeltje in om de voetsteun omlaag te draaien.
Om de voetsteun omhoog te brengen hoeft de knop niet te
16
worden ingedrukt. Druk simpelweg de voetsteun aan.
11.- GEBRUIK VAN DE PARKEERREM
REMMEN: Duw de hendel rechts van de duwstang omlaag om
de parkeerrem van de wandelwagen in werking te stellen.
ONTGRENDELEN VAN DE REM: Druk de ontgrendelknop in
en duw de hendel rechts van de duwstang omhoog om de
parkeerrem buiten werking te stellen.
WAARSCHUWING: Zorg er na het inschakelen van de rem voor
dat de wandelwagen goed is afgeremd. Het kan nodig zijn om de
wandelwagen iets te verplaatsen zodat de rem optimaal koppelt.
17
7
18
18a
67