Hoog pO
2
Laag pO
2
Hoog pCO
2
Laag pCO
2
H. TIJDENS DE BYPASS
1) CONTROLE VAN DE VENEUZE RETOURFLOW
Als er een grotere veneuze retourflow nodig is moet u zowel de oxygenator als
het veneuze reservoir ten opzichte van de patiënt laten zakken.
- De ACT (Activated Coagulation Time) moet altijd langer zijn dan of
gelijk aan 480 seconden om een correcte anticoagulatie van het
extracorporele systeem te waarborgen.
2) RECIRCULATIE MET LAGE FLOW
( Hypothermie gepaard met circulatiestilstand).
a) Verlaag de gasflow tot een waarde van minder dan 500 ml/min.
b) Open de recirculatielijn (hendel van de recirculatie-/aftaplijn in de stand
"RECIRCULATION") en sluit de inlaatlijn van het veneuze reservoir (fig. 2,
ref. 13) af.
c)
Verlaag de snelheid van de arteriële pomp tot een waarde van 2000
ml/min.
d) Sluit de arteriële lijn van de oxygenatiemodule af (fig. 2, ref. 5).
e) Recirculeer met maximaal 2000 ml/min gedurende heel de duur van de
circulatiestilstand.
f)
Om de bypass na de circulatiestilstand opnieuw te starten, moet u de
veneuze lijn en de arteriële lijn openen en de bloedflow langzaam
verhogen.
g) Sluit de recirculatielijn (de hendel in de horizontale "CLOSE" stand) af.
h) Stel de gasflow bij.
3) BEHEER VAN HET VENEUZE EN HET
CARDIOTOMIERESERVOIR
Zoals vermeld in de beschrijving (paragraaf A), is het mogelijk het
cardiotomiereservoir van de D905 EOS te scheiden van het veneuze reservoir.
Deze scheiding wordt verkregen door de verbindingsklep aan de bovenkant
van het cardiotomiereservoir omlaag te zetten. Deze optie wordt geadviseerd
als de vloeistof die van de zuigers afkomstig is gescheiden moet worden van
het veneuze bloed om:
a) vernietigd te worden
b) apart te worden verwerkt
Indien u vuloplossing rechtstreeks aan het veneuze reservoir wilt toevoegen
dan moet u gebruik maken van de aansluiting "Cardiotomy Bypass Port" (fig. 2,
ref. 15).
Als de verbindingsklep omhoog staat gedraagt het hard shell reservoir zich als
een normaal veneus reservoir.
4) DE LUCHT CONTINU LATEN ONTSNAPPEN
Als u de kraan van de recirculatie-/aftaplijn in de horizontale "PURGE" stand
laat staan is het mogelijk de lucht tijdens de bypass continu uit de
oxygenatiemodule te laten ontsnappen. Onder deze omstandigheden en bij
een maximale arteriële bloedflow, is de aftapflow naar het veneuze reservoir
slechts enkele ml/min.
I. DE BYPASS BEËINDIGEN
Dit moet op basis van de individuele toestand van de patiënt gedaan worden. Handel
zoals hieronder beschreven:
1)
Schakel de gasflow uit.
2)
Schakel de warmtecirculatiepomp uit.
3)
Verlaag de snelheid van de arteriële pomp langzaam tot nul en sluit tegelijkertijd
de veneuze lijn af.
4)
Sluit de arteriële lijn af.
5)
Open de recirculatielijn.
6)
Verhoog de snelheid van de pomp tot een flow van 2000 ml/min.
7)
Als het bloed van de afzuigers gescheiden wordt:
a) verwijder de pos-lock op de aansluitsleutel (fig. 2, ref. 3) en sluit het
verloopstuk D 523C (dat bij het product geleverd wordt) aan
b) vang het in het cardiotomiereservoir verzamelde bloed op met een
machine voor zelftransfusie die met het verloopstuk is verbonden met een
lijn van 1/4"
c)
was het opgevangen bloed en breng het vervolgens weer terug in de
patiënt.
- Als de extracorporele circulatie daarna opnieuw gestart moet worden dan
moet er een minimum bloedflow in de D905 EOS gehouden worden (max.
2000 ml/min).
- Schakel de warmtecirculatiepomp tijdens de recirculatie niet uit.
- Controleer of het eventuele systeem dat op de coronaire uitlaataansluiting is
aangesloten naar behoren afgesloten is.
J. HET BLOED NA BEËINDIGING VAN DE BYPASS
verlaag de FiO
2
verhoog de FiO
2
verhoog de gasflow
verlaag de gasflow
OPVANGEN
1)
Vang zoveel mogelijk bloed uit de veneuze lijn op in het veneuze reservoir, zodra
de chirurg de canules uit de vena cava van de patiënt heeft gehaald.
2) Voer bloed in de aorta-canule toe afhankelijk van de individuele toestand van de
patiënt en laat het niveau in het veneuze reservoir langzaam zakken.
3)
Als het veneuze reservoir bijna leeg is moet u de arteriële pomp stoppen en de
arteriële lijn afsluiten.
K. GEBRUIK VAN ACTIEVE VENEUZE DRAINAGE
METVACUÜM
Deze methode kan op elk moment gedurende de extracorporele circulatie worden
toegepast, op voorwaarde dat onderstaande voorschriften worden opgevolgd. Door
gebruik te maken van de kit met artikelnummer 096834, of gelijkwaardige en apart
geleverde kits, en een regelmechanisme voor het vacuüm, kan EOS gebruikt worden
met actieve veneuze drainage met vacuüm. Deze techniek vormt een alternatief voor
de veneuze drainage door zwaartekracht, en maakt het mogelijk kortere veneuze
slangen met een kleinere diameter te gebruiken, alsook canules met een geringere
doorsnede.
1.
Maak de verpakking van de actieve veneuze drainagekit met vacuüm zo open,
dat de steriliteit van het systeem niet wordt aangetast.
2.
Sluit het uiteinde met de blauwe dop aan op de aftapaansluiting van het veneus
reservoir (fig. 2, ref. 18) en het uiteinde met de rode dop op het regelmechanisme
van het vacuüm. Laatstgenoemde moet worden aangesloten op de vacuümlijn.
3.
Sluit de klem en de groene dop af op de lijn die met het reservoir verbonden is.
4.
Als u de methode wilt stoppen of onderbreken, verwijder dan de gele dop en
open de klem op de lijn zelf.
- De negatieve druk die op het reservoir wordt uitgeoefend mag nooit groter
zijn dan - 80 mmHg (10,4kPa / 0,10bar).
- Controleer regelmatig de werking van het regelmechanisme van het vacuüm
en de vacuümgraad.
- Stop de toepassing van het vacuüm tijdens de hele stopzettingsprocedure
van de circulatie
L. GEBRUIK VAN HET CARDIOTOMIERESERVOIR
VOOR POSTOPERATIEVE AUTOTRANSFUSIE
Voor de postoperatieve autotransfusie door middel van het veneuze reservoir moet u
op de hieronder beschreven wijze handelen:
1.
Koppel de recirculatie-/aftaplijn los.
2.
Scheid het veneuze reservoir van de oxygenatiemodule door de witte haak los te
maken.
3.
Plaats het veneuze reservoir op de houder voor "postoperatieve
borstkasdrainage", art. nr. 05039 en maak gebruik van één van onderstaande
kits die als optie verkrijgbaar zijn waarbij u de betreffende gebruiksaanwijzing
moet lezen:
-
D540 AUTOTRANSFUSIEOMSCHAKELKIT artikelnr. 05053;
-
D540 W AUTOTRANSFUSIEOMSCHAKELKIT, uitgerust met een
waterklep, artikelnr. 05062.
4.
Als u de hele capaciteit van het reservoir wilt gebruiken, moet de
verbindingssleutel (fig. 2, ref. 3) geblokkeerd worden met de rode klem in de bij
het product geleverde convenience kit.
Als er een zodanige negatieve druk wordt toegepast op het systeem dat de
overdrukklep tot ingrijpen gedwongen wordt, zal het opgevangen bloed niet
meer geschikt zijn voor transfusie omdat het verontreinigd is.
M. DE OXYGENATOR VERVANGEN
Tijdens de perfusie moet er altijd een reserveoxygenator aanwezig zijn. Nadat het
medische hulpmiddel zes uur met bloed is gebruikt of indien er zich dusdanige
situaties voordoen waardoor naar de mening van degene die verantwoordelijk is voor
de perfusie de veiligheid van de patiënt in gevaar wordt gebracht (ontoereikende
prestaties van de oxygenator, lekkages, abnormale bloedparameters enz.) moet het
medische hulpmiddel vervangen worden zoals hieronder aangegeven.
Pas tijdens de gehele vervangingsprocedure steriele technieken toe.
Vervanging van de oxygenator en van het EOS DUAL RESERVOIR
1)
Schakel de gasflow uit.
2)
Sluit de veneuze lijn door het plaatsen van twee klemmen (op 5 cm afstand van
elkaar).
3)
Stop de arteriële pomp en sluit de arteriële lijn door het plaatsen van twee
klemmen (op 5 cm afstand van elkaar) in de buurt van de oxygenator.
4)
Stop de waterflow naar de warmtewisselaar, sluit de waterlijnen af en verwijder
ze.
5)
Verwijder de gaslijn, alle monitoring- en monsternemingslijnen.
6)
Snijd de veneuze retourlijn en de arteriële lijn tussen de beide klemmen door en
laat een voldoende lange slang over voor de volgende aansluiting.
7)
Haal de D905 EOS uit de houder en het pompsegment uit de arteriële pomp.
8) Plaats de D905 EOS opnieuw op de houder. Sluit alle lijnen aan (de veneuze lijn op
het veneuze reservoir, de arteriële en de gaslijn op de oxygenator, de pomplijn
NL – NEDERLANDS
41