Tijdens De Bypass; De Bypass Beëindigen; Het Bloed Na Beëindiging Van De Bypass Opvangen; Gebruik Van De Actieve Veneuze Drainage Met Vacuüm - SORIN GROUP dideco KIDS D100 Instrucciones Para El Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 27
- De druk in het bloedcompartiment moet altijd hoger zijn dan de druk in het
gascompartiment; dit om de vorming van gasbellen in het bloedcompartiment te
voorkomen.
- Wanneer de vulprocedue voltooid is, zorg er dan voor dat de gasflow uitgschakeld blijft
gedurende periode tot het starten van de procedure.
4) BLOEDGASANALYSE
Enkele minuten nadat de bypass gestart is, moet het gasgehalte in het bloed gecontroleerd
worden. Afhankelijk van de vastgestelde waarden moet u de betreffende parameters als
volgt afstellen:
Hoog pO
Verlaag de FiO
2
Laag pO
Verhoog de FiO
2
Hoog pCO
Verhoog de gasflow
2
Laag pCO
Verlaag de gasflow
2
H. TIJDENS DE BYPASS
- Tijdens de procedure, wanneer bloed van het systeem wordt afgenomen (hemofiltering,
bloedcardioplegie, monstername,...), zorg er dan altijd voor dat de flow gegenereerd door
de hoofdpomp hoger is dan de afgenomen bloedflow. Zo niet, daalt de druk van het
bloedcompartiment en worden luchtbellen gevormd.
- Controleer de veiligheid van alle lueraansluitingen. Alle accessoirelijnen verbonden met het
apparaat moeten stevig aangesloten zijn en alle kranen moeten dicht zijn om te voorkomen
dat per ongeluk lucht in het apparaat treedt of bloedverlies optreedt.
1) CONTROLE VAN DE VENEUZE RETOURFLOW
Indien een hogere veneuze retourflow nodig is, ga dan als volgt te werk:
Versie [B], GESLOTEN SYSTEEM
a) Open de inklapbare reservoirknijper volledig om het volume van het reservoir te
vergroten.
Alle versies
b) Verlaag zowel de oxygenator als het veneus reservoir ten opzichte van de positie van de
patiënt.
- De ACT (Activated Coagulation Time) moet altijd langer zijn dan of gelijk aan 480
seconden om een correcte anticoagulatie van het extracorporele systeem te waarborgen.
- Indien het nodig is om een anticoagulans aan de patiënt toe te dienen, gebruik dan de
lueraansluiting of de middelste kraan op het verloopstuk.
Versie [A], OPEN SYSTEEM
- Het minimumbedrijfsvolume van het veneus reservoir is 10 ml. Om een voldoende
lange responstijd te waarborgen in het geval van verstopping van de veneuze
ingangslijn, wordt echter geadviseerd voldoende volume in het reservoir te handhaven,
boven het minimumniveau van 10 ml. Overschrijd echter de 500 ml in het veneus
reservoir niet.
Versie [B], GESLOTEN SYSTEEM
- De cardiotomie moet altijd hoger worden geplaatst dan het veneus reservoir (gesloten
systeem).
- Men adviseert om de lijn die cardiotomie- en inklapbaar veneus reservoir verbindt met
een klem afgesloten te houden tijdens de behandeling, om massale luchttoevoer naar de
patiënt te voorkomen in het geval dat de inklapbare veneuze reservoirs zich legen. Indien
bloed verplaatst moet worden van het cardiotomiereservoir naar het inklapbare veneuze
reservoir, open dan voorzichtig de klem en vermijd lediging van de lijn die cardiotomie-
en inklapbaar veneus reservoir verbindt. Het ledigen van het cardiotomiereservoir en het
inklapbare veneuze reservoir kan resulteren in luchttoevoer naar de oxygenator en
uiteindelijk naar de patiënt.
Versie [C], OXYGENATIEMODULE
- Het veneus reservoir moet altijd hoger worden geplaatst dan de oxygenator.
2) ARTERIËLE MONSTERNEMING
Voer een monsternamenaald in de arteriële benmonsteringsleuraansluiting. Richt de
kraanknoppen naar de toegangsconnectoren van het verlopstuk, zodat het arterieel bloed
door het verkoopstuk kan stromen. De druk aan de arteriële zijde maakt de flow mogelijk.
Haal het bloedmonster uit de arteriële bemonsteringskraan. Draai de arteriële kraan dicht
vooraleer de injectienaald te verwijderen.
3) VENEUZE MONSTERNEMING
Controleer of de arteriële kraan gesloten is. Voer een monsternamenaald in de veneuze
kwaarluer en een spoelnaald in de middelste kraan. Open de middelste kraan en neem
minstens 10-15 ml bloed af vooraleer het veneus monster af te nemen. Sluit de middelste
kraan. Laat het bloedmonster door een van de lueraansluiting met filter gaan, bovenop het
reservoir. Open de veneuze kraan en neem een monster van veneus bloed af; sluit de
kwaan vooraleer de naald te verwijderen.
4) INJECTIE VAN GENEESMIDDELEN
Steek de geneesmiddelspuit in de lueraansluiting van de middelste kraan. Open de centrale
en veneuze kranen en injecteer het geneesmiddel in het verloopstuk en de veneuze
monsternamelijn.
Sluit de middelste kraan voor de flow van de geneesmiddelspuit en manoeuvreer zodanig
dat de arteroveneuze lijn "gespoeld" wordt via de kraan van de lijn. Draai de kranen dicht
2
2
NL - NEDERLANDS
wanneer het geneesmiddel in de veneuze lijn gebracht werd.
Neem enkel bloedmonsters af aan de kranen wanneer de pomp in werking is. Zo niet, daalt
de druk van het bloedcompartiment en worden luchtbellen gevormd.
5) RECIRCULATIE MET LAGE FLOW
(Hypothermie gepaard met circulatiestilstand).
a) Verlaag de gasflow tot een waarde van minder dan 200 ml/min.
b) Open de klem op de recirculatie-/aftaplijn en klem de ingangslijn van het veneus
reservoir af.
c) Verlaag de snelheid van de arteriële pomp tot een waarde van 200 ml/min.
d) Sluit de arteriële lijn van de oxygenator af.
e) Recirculeer met maximaal 200 ml/min gedurende heel de duur van de
circulatiestilstand van de patiënt.
f) Om de bypass na de circulatiestilstand te starten, moet u de veneuze lijn en de arteriële
lijn openen en de bloedflow langzaam verhogen.
g) Sluit de aftap-/recirulatielijn af.
h) Stel de gasflow bij.
I.
DE BYPASS BEËINDIGEN
De bypass mag pas worden beëindigd nadat de conditie van elke patiënt afzonderlijk als volgt
in aanmerking genomen is . Handel zoals hieronder beschreven:
1)
Schakel de gasflow uit.
2)
Schakel de verwarmer-koeler uit.
3)
Verlaag de snelheid van de arteriële flow langzaam tot nul en sluit tegelijkertijd de
veneuze lijn af.
4)
De recirculatie-/aftaplijn openen
5)
Sluit de arteriële lijn af.
6)
Verhoog de arteriële flow tot een waarde van 200 ml/min.
- Als de extracorporele circulatie daarna opnieuw gestart moet worden, dan moet er een
minimumbloedflow in de D100 KIDS in stand gehouden worden (max. 200 ml/min).
- Het gebruik van de hemofilter is noodzakelijk. Raadpleeg de relatieve gebruiksaanwijzingen.
VERSIE [B], GESLOTEN SYSTEEM
In geval van een ontoereikende veneuze retourflow, kan het inklapbaar veneus reservoir
dichtklappen.
Wanneer dit gebeurt, kan de hieruit voortvloeiende negatieve druk leiden tot de extractie van
gas uit het bloed, in geval de arteriële pomp niet onmiddellijk gestopt wordt. Ga als volgt te
werk om lucht uit het inklapbaar veneus reservoir te elimineren:
1)
Schakel de gasflow uit.
2)
Schakel de arteriële pomp uit.
3)
Sluit de arteriële lijn af.
4)
Herstel het vereiste vloeistofvolume in het inklapbaar veneus reservoir (door de
knijper van het inklapbaar veneus reservoir te lossen of door vloeistof bij te vullen).
5)
Controleer of er geen luchtbellen in het inklapbaar veneus reservoir zitten.
6)
Sluit de veneuze lijn af.
7)
Open de aftap-/recirculatielijn en recirculeer met een snelheid van 200 ml/min totdat
alle lucht uit het systeem verwijderd is.
8)
Start de bypass weer door de arteriële en veneuze lijn te openen
9)
Sluit de aftap-/recirulatielijn af.
J. HET BLOED NA BEËINDIGING VAN DE BYPASS
OPVANGEN
1)
Vang zoveel mogelijk bloed uit de veneuze lijn op in het veneus reservoir, zodra de
chirurg de veneuze canules uit de patiënt heeft gehaald. Dien het langzaam terug toe
aan de patiënt met behulp van de arteriële pomp, naargelang de condities van de
patiënt.
2)
Indien nodig, kan het bloed in de oxygenator ook geretourneerd worden door heldere
vloeistof bij te vullen in het veneus reservoir (Versie [B]: in het cardiotomiereservoir)
wanneer het bloed in het reservoir het minimumvolume bereikt heeft. Pomp de
vloeistof langzaam door de oxygenator en zorg ervoor dat het Veneus Reservoir nooit
leeg komt te staan.
3)
Als het veneus reservoir bijna leeg is, moet u de arteriële pomp stoppen en de
arteriële lijn afsluiten.
K. GEBRUIK VAN DE ACTIEVE VENEUZE DRAINAGE
MET VACUÜM
Versie [A], OPEN SYSTEEM
Deze methode kan op elk moment gedurende de extracorporele circulatie worden toegepast, op
voorwaarde dat onderstaande voorschriften worden opgevolgd. Door gebruik te maken van de kit
met artikelnummer 096834, of gelijkwaardige en apart geleverde kits, en een regelmechanisme voor
het vacuüm, kan de D100 KIDS gebruikt worden met actieve veneuze drainage met vacuüm. Deze
techniek is een alternatief op de veneuze drainage door zwaartekracht en verbetert de veneuze
drainage tijdens minimaal invasive chirurgische ingrepen of normale bypassoperaties.
1)
Open de kit voor de actieve veneuze drainage Houd het systeem steriel.
2)
Sluit het uiteinde met de blauwe dop aan op de ventilatieaansluiting van het veneus
reservoir (fig. 1, ref. 16) en het uiteinde met de rode dop op de inrichting voor de
vacuümregeling.
45

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido