• Voer de kabel door de kabelgeleider
onder de bracket (D - Fig. 9); voer ver-
volgens de kabel door de nok op de lig-
gende achtervork (Fig. 10).
• Plaats een kabeleindstuk (sommige fra-
mes behoeven een speciaal kabeleinde -
F - Fig. 1 - Pag. 5) op de 330 mm / dia-
meter ø 4,5 mm buitenkabel, voer de
kabel door de buitenkabel en door de
nok op de liggende achtervork. Plaats
een kabeleindstuk op het andere eind
van de buitenkabel en zet de kabel vast
op de achterderailleur (in de handleiding
van de achterderailleur is vermeld hoe u
deze moet monteren).
104
9
D
10
A
NEDERLANDS
Voorderailleurkabels.
• Plaats het eind van de buitenkabel
(330 mm lang / diameter ø 4,5 mm) met
het kabeleindstuk erop in de buitenste
opening van de linker Ergopowerbody
(Fig. 4 - Pag. 12).
• Zet de ergopower in de kleinste ketting-
wielpositie door handle (A - Fig. 11) af te
schakelen en plaats de derailleurkabel
(1.600 mm / diameter ø 1,2 mm) door
het gat (B - Fig. 12).
• Knip de buitenkabels zodanig op lengte
dat ze tot aan de kabelgeleiders op het
frame reiken (A - Fig. 13). Geef de kabel
voldoende ruimte, zodat het stuur nog
volledig gedraaid kan worden. Plaats een
kabeleind op de ingekorte kabel en
plaats de binnen- en buitenkabel door de
kabelgeleider.
• Voer de kabel door de linker kabelgelei-
der onder de bracket (B - Fig. 14) zet de
kabel vast op de voorderailleur (in de
handleiding van de voorderailleur is ver-
meld hoe u deze moet monteren).
13
NEDERLANDS
11
A
12
B
14
A
B
105