Nieuwe Systemen; Beschermingen; Bewegende Delen; Geluidsniveau - DAB KDN 32-125.1 Instrucciones Para La Instalación Y El Mantenimiento

Bombas normalizadas
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 45
6.2.

Nieuwe systemen

Alvorens een nieuw systeem in werking te stellen, moeten de kleppen, leidingen, reservoirs en aansluitingen zorgvuldig worden
schoongemaakt. Vaak komen soldeersnippers, roestdeeltjes of andere onzuiverheden pas na verloop van tijd los. Om te voorkomen dat deze
deeltjes in de pomp terecht komen, dienen filters te worden aangebracht. Het vrije oppervlak van het filter moet een doorsnede hebben die
ten minste 3 keer zo groot is als die van de leiding waarop het filter gemonteerd is, om te grote drukverliezen te voorkomen. Aanbevolen wordt
afgeknotte conische filters van roestbestendig materiaal te gebruiken (ZIE DIN 4181):
6.3.

Beschermingen

6.3.1.
Bewegende delen: Overeenkomstig de normen voor de preventie van ongevallen moeten alle bewegende delen (ventilatoren,
koppelingen etc.) zorgvuldig worden beschermd met hiervoor geschikte elementen (ventilatorafdekkingen, afdekkingen
koppelingen, etc.) alvorens de pomp in werking te stellen.
Kom niet in de buurt van de bewegende delen (as, ventilator, etc.) wanneer de pomp in werking is. Wanneer het
toch nodig is om in de buurt van bewegende delen te komen, moet u geschikte, aan de voorschriften
beantwoordende kleding dragen, om gevaar voor verstrikking te voorkomen.
6.3.2.
Geluidsniveau: De geluidsniveaus van de pompen met standaard meegeleverde motoren staan in tabel 6.6.2 op pag.119. In
gevallen waarin het geluidsniveau LpA hoger is dan 85dB(A), dient men op de plaats van installatie gebruik te maken van
GEHOORBESCHERMINGEN zoals voorzien door de geldende voorschriften op dit gebied.
6.3.3.
Warme of koude onderdelen
De vloeistof die zich in het systeem bevindt heeft een hoge temperatuur en druk en kan ook de vorm van
stoom aannemen! GEVAAR VOOR BRANDWONDEN ! ! !
Het kan al gevaarlijk zijn de pomp of delen van het systeem alleen aan te raken.
In het geval dat de warme of koude onderdelen gevaar opleveren, dient men maatregelen te treffen om deze af te
schermen, om te voorkomen dat men ermee in aanraking kan komen.
6.3.4.
Eventuele lekken van gevaarlijke of schadelijke vloeistoffen (bijvoorbeeld uit de pakking van de as) moeten overeenkomstig de
geldende voorschriften weggevoerd of vernietigd worden, om gevaar of schade voor personen en het milieu te vooromen.
7.

INSTALLATIE

De elektropomp moet worden geïnstalleerd in een goed geventileerde ruimte met een omgevingstemperatuur van niet meer dan
40°C. Dankzij de beschermingsgraad IP55 kunnen de elektropompen geïnstalleerd worden in stoffige en vochtige ruimtes. Indien
de pompen in de openlucht geïnstalleerd worden is het in het algemeen niet nodig om maatregelen ter bescherming tegen de
weersomstandigheden te treffen. Indien de unit wordt geïnstalleerd in een ruimte waar gevaar voor explosie bestaat, dient men
zich te houden aan de plaatselijke voorschriften met betrekking tot de bescherming "Ex", en uitsluitend geschikte motoren te
gebruiken.
7.1.
Fundering
Het is de verantwoordelijkheid van de koper te zorgen voor een fundering die moet worden uitgevoerd op grond van de buitenste
afmetingen die zijn vermeld op pag.123-124. Indien de funderingen van metaal zijn, moeten ze gelakt worden om corrosie te
voorkomen. De funderingen moeten vlak zijn en voldoende rigide om eventuele belastingen te kunnen verdragen. De afmetingen
van de fundering moeten zodanig zijn dat trillingen als gevolg van resonantie vermeden worden. Bij betonfunderingen dient men
erop te letten dat het beton zich goed heeft vastgehecht en volledig droog is, alvorens over te gaan tot installatie van de unit. De
oppervlak waarop de pomp geplaatst wordt moet perfect vlak en horizontaal zijn. Nadat de pomp op de fundering is geplaatst,
dient u te controleren of hij perfect waterpas staat. Als dit niet zo is, dient u vulstukken tussen het onderstel en de fundering te
plaatsen, dicht in de buurt bij de verankeringsbouten. Voor onderstellen waarbij de afstand van de verankeringsbouten groter is
dan 800 mm, dienen ook vulstukken te worden aangebracht op de middellijn om doorbuigen te voorkomen Een stevige
verankering van de poten van de pomp en van de motor aan de ondergrond bevordert de opname van eventuele door de pomp
veroorzaakte trillingen. Haal alle verankeringsbouten volledig en gelijkmatig aan.
7.2.
Uitlijning pomp/motor
Na het uitvoeren van de in de vorige paragraaf beschreven werkzaamheden dient, om een correcte en langdurige
functionering van de unit te garanderen, nauwgezet te worden gecontroleerd of de as van de motor en de as van de
pomp uitgelijnd zijn. Deze controle moet ook worden uitgevoerd in het geval dat de elektropomp reeds op het onderstel
is gemonteerd en uitgerust met een motor.
De uitlijning van de unit is correct wanneer men met een liniaal die axiaal over de twee halve koppelingen is geplaatst
(afb. 7.2.1) een constante afstand meet (+/-0,1mm) tussen de liniaal en de as (motor-h1 of pomp-h2) over de hele
omtrek van de twee halve koppelingen. Bovendien dient, met een kaliber of een diktemeter, te worden gecontroleerd
of de afstand tussen de halve koppeling en de afstandkoppeling constant is (+/-0,1mm) over de hele omtrek (s1 =
s2).
Indien de uitlijning afwijkt vanwege verschuiving in radiale richting of onder een hoek, moet de uitlijning worden
gecorrigeerd door vulplaatjes toe te voegen of weg te nemen onder de voetsteunen van de pomp of van de motor.
NEDERLANDS
5
1
2
3
4
36
(Filter voor aanzuigleiding)
1) Filterhuis
2) Fijnmazig filter
3) Drukverschilmanometer
4) Geperforeerd plaatstaal
5) Aanzuigopening van de pomp

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido