Veiligheidsinstructies
3.3 Omgang met benzine en
olie
GEVAAR!
Explosie- en brandge-
vaar
Bij het ontsnappen van
een benzine-luchtmengsel
ontstaat potentieel explo-
sieve atmosfeer. Door een
ondeskundige omgang
met brandstoffen kunnen
deze ontsteken, explode-
ren en ontbranden, wat tot
zwaar letsel en zelfs sterf-
gevallen kan leiden.
■
Rook nooit, terwijl u met
benzine werkt.
■
Werk uitsluitend in de
buitenlucht met benzine
en nooit in afgesloten
ruimten.
■
Neem beslist altijd de
volgende gedragsregels
in acht.
■
Transporteer en bewaar ben-
zine en olie uitsluitend op in
goedgekeurde voorraadvaten.
Zorg ervoor dat de opgesla-
gen benzine en olie niet toe-
gankelijk zijn voor kinderen.
■
Zorg ervoor, om bodemvervui-
ling (milieubescherming) te
vermijden, dat bij het tanken
geen benzine en geen olie in
2500126_a
de aarde terechtkomt. Ge-
bruik bij het tanken een trech-
ter.
■
Tank het apparaat nooit af in
gesloten ruimten. Op de vloer
kunnen zich benzinedampen
verzamelen waardoor het tot
een explosieve verbranding of
zelfs explosie kan komen.
■
Veeg gemorste benzine altijd
onmiddellijk op van het appa-
raat of de vloer. Laat de doe-
ken waarmee u benzine afge-
veegd heeft, op een goed ge-
ventileerde plaats drogen
voordat u deze weggooit. An-
ders kan spontane zelfont-
branding optreden.
■
Bij het morsen van benzine
ontstaan benzinedampen.
Start het apparaat daarom
nooit op dezelfde plaats, maar
altijd op een plaats die mini-
maal 3 m daarvan is verwij-
derd.
■
Vermijd huidcontact met pro-
ducten van minerale oliën.
Adem geen benzinedampen
in. Draag altijd veiligheids-
handschoenen om brandstof
bij te vullen. Vervang en reinig
de beschermende kleding re-
gelmatig.
67