Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
2
De patiënt moet gaan zitten en naar voren tot de rand van de stoel schuiven.
Het kniegewricht is licht gebogen (ongeveer 30°).
3
Leg het been in de orthese. Let erop dat de orthese goed is aangebracht. Het
scharnier moet zich ter hoogte van het midden van de patella (knieschijf) en
aan de zijkant van het been bevinden.
4+5
Sluit de sluitingen in de volgende volgorde, altijd uitgaande van het
midden van de knie:
1. De sluiting van de bandagehoes op het onderbeen die het dichtst bij de knie is.
2. De sluiting van de bandagehoes op het bovenbeen die het dichtst bij de knie is.
3. De sluiting van de bandagehoes op het onderbeen die het verst van de knie is.
4. De sluiting van de bandagehoes op het bovenbeen die het verst van de knie is.
5. Circulaire sluitband op het onderbeen die het verst van de knie is.
6. Circulaire sluitband op het bovenbeen die het verst van de knie is.
Strijk tijdens het aantrekken van de sluitbanden met de vrije hand in de richting van
de trek. Hierdoor wordt het verdraaien van de orthese op het been vermeden.
6
Stel met behulp van de bijgeleverde sleutel de benodigde correctiedruk in bij
de aangelegde orthese, het licht gebogen knie gewricht en de zittende patiënt.
Hiervoor zijn de stelschroeven boven en onder het scharnier bedoeld.
Voorkom een overcorrectie!
Belangrijk: Laat de patiënt proeflopen. Indien nodig kan de ingestelde correctiedruk
nog worden aangepast.
7
Instellen van de extensie-/flexiebeperking:
– Indien nodig kan de bewegingsuitslag van de orthese worden beperkt. De
uitkomst en eventueel noodzakelijke beperkingen moeten door de behandelend
arts worden bepaald.
– Haal de gewrichtsspalk aan de zijkant uit de bandagehoes en verwijder het
condylpolster op het scharnier.
– Verwijder de schroef van in te stellen aanslag.
– Haal de aanslag uit het scharnier en stel de benodigde hoek in.
NL
37
Publicidad
