❖ Gevaren
Een lange inhalatie kan verdovende effecten hebben. Het voortdurend blootstaan kan
tot hartritmestoringen leiden en plotselinge dood veroorzaken. Het product, verneveld of
als spatten, kan ijsverbrandingen aan ogen en huid veroorzaken.
❖ Maatregelen van eerste hulp
• Inhalatie:
de geblesseerde uit de gevarenzone bergen, hem warm en rustig houden. Zo nodig
zuurstof toedienen. Bij ontbrekende of slechts zwakke ademhaling kunstmatige
ademhaling doorvoeren. In geval van hartstilstand uitwendige hartmassage
doorvoeren en onmiddellijke medische assistentie oproepen.
• Contact met de huid:
de betroffen delen met water laten ontdooien. De besmette kleren verwijderen.
OPGELET: in geval van ijsverbrandingen kunnen de kleren aan de huid vastzitten.
In geval van contact met de huid, zich de handen onmiddellijk en rijkelijk met lauw
water wassen. Als er symptomen (zoals irritatie of blarenvorming) opduiken medische
assistentie oproepen.
• Contact met de ogen:
de ogen met spoelingoplossing voor ogen of zuiver water voor 10 minuten spoelen,
waarbij de oogleden gesloten te houden zijn. Medische assistentie oproepen.
• Doorslikken:
kan braakneigingen veroorzaken. Als de geblesseerde bewust is, hem de mond met
water laten spoelen en daarna 200-300 ml water laten drinken. Onmiddellijke
medische assistentie oproepen.
• Verdere medische behandeling:
symptomatische behandeling en ondersteuningstherapie indien nodig. Na het
blootstaan aan de vloeistof geen adrenaline of gelijksoortige sympathicomimetische
stoffen toedienen want er risico van hartritmestoring met mogelijk hartstilstand bestaat.
❖ Ecologische informaties
Persistentie en afbraak
• HFC 143a:
hij breekt in de onderste atmosfeer (troposfeer) langzaam af. Zijn duur in de atmosfeer
is 55 jaar.
• HFC 125:
hij breekt in de onderste atmosfeer (troposfeer) langzaam af. Zijn duur in de atmosfeer
is 40 jaar.
• HFC 134a:
hij breekt in de onderste atmosfeer (troposfeer) relatief snel af. Zijn duur in de atmosfeer
is 15,6 jaar.
• HFC 143a, 125, 134a:
hij heeft geen invloed op de fotochemische smog (d.w.z. hij behoort niet tot de vluchtige
organische bestanddelen -VOC- volgens de UNECE-overeenkomst). Hij veroorzaakt
geen verdunning van de ozonlaag.
De dumping van dit product in de atmosfeer veroorzaakt geen langdurige
verontreiniging van de water afvoerende lagen.
2) R600a o R290
GWP = 3
ODP = 0
39