Aansluitingen
Schakel altijd eerst de stroom uit en trek de stekker uit het stopcontact alvorens u enige aansluiting maakt of verbreekt.
Zie tevens de gebruiksaanwijzingen van de aan te sluiten apparatuur.
Sluit het netnoer pas aan nadat alle aansluitingen tussen de apparatuur volledig zijn gemaakt.
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
Achterpaneel
1
OFF
POWER
ON
AC IN
i
1 POWER toets (bladzijde 14)
Voor aanzetten en uitschakelen van dit apparaat.
2 RETURN aansluitingen (bladzijde 7)
Voor aansluiten van de uitgang van een externe effectgenerator. Wanneer alleen
het [L (MONO)]-kanaal is aangesloten, wordt het ingangssignaal van het [L
(MONO)]-kanaal tegelijkertijd doorgegeven aan het [R]-kanaal.
3 PHONO aansluitingen (bladzijde 7)
Voor aansluiten op de phono-aansluiting (MM-element) van een weergave-appa-
raat. Geen lijnniveau-ingangssignalen op aansluiten.
Om apparatuur te kunnen verbinden met de [PHONO] aansluitingen, moet de
kortsluitstekker uit de aansluitingen verwijderd worden.
Steek deze kortsluitstekker in de [PHONO] aansluitingen wanneer er niets op is
aangesloten om externe ruis te verminderen.
4 CD/ LINE aansluitingen (bladzijde 7)
Aansluiten op een DJ-speler of een lijnuitgangscomponent.
5 SIGNAL GND aansluiting (bladzijde 7)
Sluit hierop de aardingsdraad van een analoge platenspeler aan. Dit vermindert
storende geluiden bij aansluiten van een analoge platenspeler.
6 LINE aansluitingen (bladzijde 7)
Aansluiten op een cassettedeck of een lijnuitgangscomponent.
7 MIC2 aansluiting (bladzijde 7)
Voor aansluiten van een microfoon.
8 MIDI OUT aansluiting (bladzijde 7)
Verbind deze met de MIDI IN-aansluiting van een externe MIDI-sequencer.
9 Kensington-beveiligingsgleuf
a DIGITAL IN aansluiting (bladzijde 7)
Sluit deze aan op de coaxiale digitale uitgangsaansluitingen van DJ-spelers, enz.
Bij omschakelen van de bemonsteringsfrequentie van het uitgangssignaal kan
het geluid een ogenblik wegvallen.
b DIGITAL MASTER OUT aansluitingen (bladzijde 7)
Voor uitsturen van de hoofdkanaal-audiosignalen.
c LINK aansluiting (bladzijde 7)
Verbind deze met de LINK-aansluiting van Pioneer DJ-spelers of de LAN-
aansluiting van een computer waarop rekordbox is geinstalleerd (PRO DJ LINK).
Om meerdere apparaten aan te kunnen sluiten, kunt u gebruik maken van een
zelfschakelende verdeelstekker (los verkrijgbaar).
Gebruik een switching hub die geschikt is voor 100Base-TX-verbindingen. Het is
mogelijk dat bepaalde switching hubs niet goed werken.
6
Nl
2
3
4
5
CH 4
PHONO
CD/ LINE
L
RETURN
R
L
(MONO)
SIGNAL GND
R
MASTER1
SEND
R
R
L
(MONO)
1 GND
h
g
6
4
6
4
CH 3
CH 2
LINE
CD/ LINE
LINE
CD/ LINE
L
L
SIGNAL GND
R
R
MASTER2 REC OUT
BOOTH
L
L
L
TRS
R
R
R
2 HOT
3 COLD
f
e
d
d BOOTH aansluitingen (bladzijde 7)
Uitgangsaansluingen voor een booth-monitor, geschikt voor symmetrische of
asymmetrische TRS-uitgangsaansluiting.
e REC OUT aansluitingen (bladzijde 7)
Dit is een uitgangsaansluiting voor opnamedoeleinden.
f MASTER2 aansluitingen (bladzijde 7)
Voor aansluiten van een eindversterker e.d.
g MASTER1 aansluitingen (bladzijde 7)
Voor aansluiten van een eindversterker e.d.
h SEND aansluitingen (bladzijde 7)
Voor aansluiten van de ingang van een externe effectgenerator. Wanneer alleen
het [L (MONO)]-kanaal is aangesloten, wordt er alleen een mono-geluidssignaal
uitgestuurd.
i AC IN
Aansluiten op een stopcontact met het bijgeleverde netsnoer. Wacht met aan-
sluiten van het netsnoer totdat eerst alle aansluitingen tussen de apparatuur
onderling compleet zijn gemaakt.
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer.
WAARSCHUWING
Houd de kortsluitstekkers buiten bereik van kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een
arts indien er onverhoopt één wordt ingeslikt.
5
3
4
7
CH 1
PHONO
CD/ LINE
L
MIC2
R
CH2
L
MASTER
LINK
OUT
CH4
c
b
8
9
MIDI OUT
DIGITAL
CH1
IN
CH3
a