De Groep Manometer - Ventiel Voor Onderdruk Monteren; Het Veiligheidsventiel Monteren; De Toestellen Verbinden; Hydraulische Aansluiting En Aansluiting Van De Afvoer - Nordcap GRK9 Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 43
• Schuif de bevestigingsmoer van de kraan op de
buis.
• Draai de moer goed vast.
5.2.4 - De
groep
manometer
onderdruk monteren (Fig. 8)
De groep dient vastgemaakt te worden aan de
koppeling "B" van ½"M die zich rechts op de
achterkant van het werkblad "A" bevindt. Ga als volgt
te werk:
• Leg de pakking "D" op de koppeling "B".
• Richt het verbindingsstuk rechts-links "C" op de
koppeling "B".
• Richt de koppeling van de groep "E" op het
bovenste gedeelte van het verbindingsstuk rechts-
links "C".
• Blokkeer de groep en draai tegelijkertijd het
verbindingsstuk "C" rechtsom totdat de twee
koppelingen in contact komen met de pakking.
5.2.5 - Het veiligheidsventiel monteren (Fig. 9)
• Omwikkel het geschroefde uiteinde ¾"M dat uit het
blad steekt met teflonband of met een ander
hermetisch afsluitend middel.
• Draai het lichaam "A" van het veiligheidsventiel
volledig vast aan de koppeling.
5.2.6 - De toestellen verbinden (Fig. 11 en 12)
• (Pos.1A) Verwijder de bedieningspanelen van de
toestellen door de 4 bevestigingsschroeven te
verwijderen.
• (Pos.1B) Verwijder van elke kant die aan een ander
toestel verbonden moet worden de schroef die zich
het dichtst bij het bedieningspaneel bevindt.
• (Pos.1D) Zet de twee toestellen naast elkaar en
zorg ervoor dat ze op gelijke hoogte staan door aan
de desbetreffende pootjes te draaien totdat de
bladen zich op dezelfde hoogte bevinden.
• (Pos.1C) Draai een van de twee plaatjes die zich in
de toestellen bevinden 180º.
• (Pos.1E) Maak de toestellen aan elkaar vast door
aan de voorkant een schroef M5x40 EN 24017 in
de desbetreffende opening te draaien.
• (Pos. 1F) Steek vervolgens het bijgeleverde
koppelingsplaatje in de desbetreffende houders
aan de zijkanten van de achterwanden. Draai het
plaatje vast met twee schroeven M5 ISO 2009.
• Maak de opening tussen de twee toestellen
hermetisch dicht volgens de instructies die bij het
afdichtingsmiddel gevoegd zijn.
Let op! De polymerisatie van het afdichtingsmiddel
start aan de buitenkant. Om de vorming van eventuele
randen te vermijden, is het raadzaam om het
afdichtingsmiddel de eerste drie uur nadat het is
aangebracht niet aan te raken.
5.3
-
HYDRAULISCHE
AANSLUITING
(Installatieschema bijgevoegd)
Het toestel moet permanent vastgemaakt worden
-
ventiel
voor
AANSLUITING
VAN
DE
AFVOER
aan het waternet, in overeenstemming met de van
kracht zijnde nationale wetgeving en de norm EN
1717.
• Sluit de wateraanvoerbuizen "HWI" en "CWI" op het
net aan met behulp van kranen en passende
mechanische filters. Gebruik geen flexibele buizen
voor de aansluitingen.
• De inlaatdruk moet tussen 100 en 250 kPa (1 en 2,5
bar) bedragen.
LET OP! Indien de druk van het water hoger is dan de
voorgeschreven druk, gebruik dan een drukverlager om
schade aan het toestel te voorkomen.
• Het water dat gebruikt wordt voor het produceren van
stoom en het koken dient geschikt te zijn voor
menselijke
consumptie
kenmerken te voldoen:
• Hardheid: 0,5 ÷ 5 °fr (Franse hardheid);
• Concentratie chloride (Cl): ~10 p.p.m.;
• pH: hoger dan 7;
• Geleidingsvermogen: 50 ÷ 2000 µS/cm bij 20°C.
• Het is raadzaam om, voordat u de laatste buizen
vastmaakt aan de ketel, er een zekere hoeveelheid
water door te laten stromen om ze te ontdoen van
eventuele ijzerresten die corrosie kunnen vormen aan
de platen in roestvrij staal.
LET OP! Het gebruik van water met eigenschappen
die afwijken van de voorgeschrevne kenmerken doet
de garantie vervallen.
Gebruik
geen
verwijderen: zij kunnen de correcte werking van het
toestel in gevaar brengen.
• Installeer onder de afvoerkraan van het recipiënt een
afvoerputje dat aangesloten is op een sifon, waardoor
het water kan wegvloeien.
De afvoerleidingen moeten gerealiseerd worden in
hittebestendig materiaal (minimum 100 °C).

5.4 - ELEKTRISCHE AANSLUITING

(Elektrisch schema bijgevoegd)
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet volgens
de van kracht zijnde normen uitgevoerd worden.
• Controleer voordat u de elektrische aansluiting
uitvoert of de spanning en de frequentie van het
voedingstoestel overeen komen met de gegevens op
het plaatje met de kenmerken. Wanneer het toestel in
werking is mag de voedingsspanning niet meer dan ±
10% afwijken van de nominale spanningswaarde.
• Voor
de
rechtstreekse
elektriciteitsnet dient er een systeem te worden
voorzien dat de loskoppeling van het netwerk
verzekert, met een afstand tussen de contacten die
de volledige loskoppeling mogelijk maakt in geval van
overspanning
installatievoorschriften. Dit systeem dient altijd toeg-
ankelijk te zijn wanneer het toestel geïnstalleerd is.
EN
• Het toestel wordt geleverd zonder voedingskabel. De
flexibele
kabel
elektriciteitsnet dient minstens over de kenmerken te
beschikken van het type met rubberen isolatie
57
DOC. NO. 5958 9AY00
Edition 1
en
aan
de
polyfosfaten
om
aanslag
aansluiting
van
categorie
III,
conform
voor
de
aansluiting
-
01.2013
volgende
te
op
het
de
op
het

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

406392105

Tabla de contenido