• Draai de bevestigingsschroef los en verwijder het
paneel aan de voorkant.
• De primaire lucht kan geregeld worden door de ring
"C" te verschuiven nadat u de schroef "D" heeft
losgedraaid.
• De waarde H van de regeling wordt, afhankelijk van
het soort gas, vermeld in tabel 4.
6.3 - REGELING VAN DE PILOOTBRANDER
Controleer of de vlam zich om het thermokoppel wikkelt
en of ze er goed uitziet. Wanneer dit niet het geval is,
dient u te controleren of de gemonteerde verstuiver
geschikt is voor het soort gas dat geleverd wordt (zie
tabel 4)
6.4 - AANPASSING AAN EEN ANDER SOORT GAS
Om het toestel te laten werken met een ander soort gas
dan datgene waarvoor het uitgerust is (bijvoorbeeld van
aardgas overgaan naar vloeibaar gas), dient u de
verstuivers van de hoofdbranders, de pilootbrander, de
ontstekingsbrander en de by-pass van het minimum te
vervangen (zie tabel 4). Alle verstuivers die noodzakelijk
zijn voor de regeling worden in een zakje bij het toestel
geleverd.
N.B: Nadat u het toestel aangepast heeft aan een
ander soort gas dan datgene waarvoor het
ontworpen was, dient u op het plaatje met de
kenmerken een etiket aan te brengen (dat zich in het
zakje met de verstuivers bevindt) dat verwijst naar
het nieuwe soort gas dat gebruikt wordt, waarbij de
oude vermelding bedekt wordt.
6.4.1 - De verstuivers van de hoofdbranders
vervangen (Fig. 7)
• Verwijder het paneel aan de voorkant.
• Draai op elke brander de schroef "A" los. Verwijder
de verstuiver "B" en vervang hem door de
verstuiver die geschikt is voor het type gas dat u
heeft gekozen. Houd u aan wat vermeld wordt in
tabel 4.
• De doorsnede van de verstuiver wordt vermeld in
honderdsten van een mm op het lichaam ervan.
• Draai de schroef "A" goed vast.
6.4.2 - De verstuivers van de pilootbrander
vervangen (Fig. 6)
• Verwijder het paneel aan de voorkant.
• Draai de schroef "4" van de gasleiding los.
• Verwijder de verstuiver "5" en vervang hem door de
passende verstuiver.
• Het getal waarmee de verstuiver geïdentificeerd
wordt, wordt weergegeven op het lichaam van de
verstuiver.
• Draai de schroef "4" goed vast.
6.4.3 - De verstuiver van de ontstekingsbrander
vervangen (Fig. 10)
• Verwijder het paneel aan de voorkant.
• Draai de schroef "1" van de gasleiding los en
verplaats ze samen met de cover "2".
• Draai
de
moer
ontstekingsbrander naar voor.
• Draai de verstuiver "4" los en vervang hem met de
passende verstuiver.
De doorsnede van de verstuiver wordt vermeld in
honderdsten van een mm op het lichaam ervan.
• Monteer het geheel opnieuw in de omgekeerde
volgorde. Let erop dat u de opening van de
luchttoevoer "5" naar omlaag plaatst.
6.4.4 - De verstuiver van de by-pass van het
minimum vervangen (Fig. 5)
• Verwijder
het
paneel
schroeven los te draaien en laat het aan de steunen
hangen.
• Draai de verstuiver van het minimum "1" los van de
gaskraan en vervang hem met de verstuiver die
geschikt is voor de gekozen gassoort. Draai hem
stevig vast.
• De doorsnede van de verstuiver wordt vermeld in
honderdsten van een mm op het lichaam ervan.
N.B.: Nadat u onderdelen van de gasleiding heeft
vervangen, dient u altijd met een schuimvormende
spray te controleren of de gasleiding luchtdicht is.
Voer de controles en de afstellingen uit zoals
vermeld in de punten 6.1 - 6.2 - 6.3.
7 - CONTROLE VAN DE WERKING
• Stel het toestel in werking zoals beschreven in de
handleiding.
• Controleer of het gascircuit luchtdicht is.
• Controleer de ontsteking en de stabiliteit van de vlam,
zowel op de maximale als de minimale brandkracht.
• Controleer of de rookafvoer goed werkt.
• Controleer de werking van het veiligheidsventiel.
• Controleer of het deksel uitgebalanceerd is.
• Breng de gebruiker op de hoogte van de werking en
het onderhoud van het toestel met behulp van de
handleiding. Wijs hem in het bijzonder op de
voorschriften die nageleefd moeten worden voor een
correct gebruik.
8 - ONDERHOUD
Alle onderdelen die onderhoudswerkzaamheden nodig
hebben zijn bereikbaar door het bedieningspaneel of het
paneel aan de voorkant van het toestel te verwijderen.
8.1 - MOGELIJKE STORINGEN EN OPLOSSINGEN
De pilootbrander ontsteekt niet
Mogelijke oorzaken:
• De ontstekingskaars is niet goed vastgemaakt of
aangesloten.
• De piëzoelektrische ontsteking of de kabel van de
kaars zijn beschadigd.
• Er is onvoldoende druk in de gasbuizen.
• De verstuiver is verstopt.
• De gaskraan is defect.
59
DOC. NO. 5958 9AY00
Edition 1
-
01.2013
"3"
los
en
schuif
door
de
desbetreffende
de