Gebruiksaanwijzing
Maaien
Ieder grasveld is een mengsel van
verschillende grassoorten. Als het
grasveld dikwijls wordt gemaaid,
groeien in `t bijzonder de
grassoorten, die sterkere wortels
ontwikkelen. Daardoor vormt zich
een dikke groene
bodembedekking. Als het zelden
wordt gemaaid, wordt de groei van
de hogere grassoorten en van
andere planten voordelig gemaakt
(b.v. klaver, madeliefje ...). De
gewone hoogte is ca. 4 – 5 cm.
Alleen maar 1/3 van de totale
hoogte zou gemaaid worden; het 7
– 8 cm hoge grasveld wordt op de
gewone hoogte gemaaid. Het
grasveld zou niet onder 4 cm
gemaaid worden, het zou door de
droogte ernstig beschadigd kunnen
worden. Het opgegroeide gras, bij
voorbeeld na de vacantie, op de
gewone hoogte etappegewijs
maaien.
Bodemdekken
Het gras wordt bij het maaien op
heel kleine stukken (ca. 1 cm)
doorgehakt en op het grasveld
weer gegooid. Daardoor behoudt
het grasveld belangrijke
voedingsstoffen. Om optimale
resultaten te bereiken, mag het
grasveld niet overgegroeid zijn (zie
ook „maaien").
Bemesting
Het grasveld maakt de bodem
voortdurend arm aan
voedingsstoffen. Deze
voedingsstoffen moeten in de
bodem door de bemesting
teruggegeven worden. Het wordt
bemest alleen maar in de
groeiperiode vanaf april tot
september. Aanbevelingen van de
mestproducenten opvolgen.
Doorluchten
De turf wordt in de verticale
richting doorgesneden, daardoor
bevrijdt zich het grasveld van het
mos, onkruid, het afgesterven gras
en wortels. Het grasveld word
doorlucht, het regenwater en de
voedingsstoffen kunnen er in goed
doordringen en in het algemeen
wordt zijn groei ondersteund. De
beste tijd voor het doorluchten is
april tot mei.
Bewatering
Het grasveld heeft veel vocht
nodig. In de droge perioden is het
beter het grasveld 1 – 2 keer in de
week overvloedig te bewateren,
dan alleen maar herhalend te
besproeien. De
bevloeiingsinrichting gebruiken,
die het hele terrein van het
grasveld gelijkmatig bewatert.
Transport
Gevaar!
De grastractor is niet voor het
rijden op de openbare wegen
goedgekeurd.
Kort overrijden
Gevaar!
Bij het overrijden na een andere
lokaliteit kan het draaiende
maaimechanisme vaste
voorwerpen vastpakken en
wegsmijten, dat kan materiële
schaden veroorzaken. Men moet
dus het maaimechanisme eerst
afzetten, voor dat men op een
andere plaats overrijdt.
LET OP !
Gevaar van de beschadiging van
de machine door het onjuiste
transport.
De machine met een geschikt
transportvoertuig transporteren.
Bij de lading een geschikte oprit
(laadperron) gebruiken, de
machine op de ladingoppervlakte
met de hand duwen.
46
Nederlands
Bij het transport de inrichting
voldoende tegen verschuiving of
wegglijden verzekeren.
Milieubedreiging door de
uitstromende brandstof
De machine niet in de scheve of
omgekipte positie transporteren.
•
Het voertuig voorbereiden, dat
het transport uitvoeren zal.
•
De oprit (laadperron) aan het
voertuig aanbrengen.
•
De machine met de hand in de
vrijloop op de
ladingoppervlakte duwen. (bij
de machines met het
hydrostatische rijden is het
nodig de transmissie te
deblokkeren)
•
De motor afzetten, het
contactsleuteltje uittrekken en
de parkeerrem arręteren.
De machine tegen wegglijden
verzekeren.
Schoonmaking/onderhoud
(in het algemeen);
montage en demontage van
het maaimechanisme
Gevaar
Verwondinggevaar door het
toevallige motoraanzetten
Men moet zich tegen verwonding
beschermen. Vóór alle
onderhoudswerkzaamheden:
•
de schakelaar/hendel van de
afleidingsas (PTO) naar de
positie „UITGESCHAKELD"
(OFF) instellen
•
de motor afzetten
•
de parkeerrem arręteren
•
het contactsleuteltje uittrekken
•
wachten, tot alle beweegbare
delen geheel blijven stilstaan
•
de conector van de bougie op
de motor uittrekken, om het
toevallige aanzetten van de
motor te voorkomen
•
de motor en alle overige hete
delen afkoelen laten