ken zoals losse, versleten of defecte on-
derdelen. Controleert u de vaste zitting
van de schroeven in de maaibalk.
• Verwijder de voedingsadapter (
alvorens met het apparaat te werken.
Gebruik geen verlengkabel. De adapter
mag alleen in gesloten ruimten worden
gebruikt.
• Maakt u enkel gebruik van scherpe
messen, om een goede snijprestatie te
behalen en het toestel en de accu te be-
sparen.
• Belast u het toestel gedurende het werk
niet zo sterk, dat het tot stilstand komt.
• Houdt u rekening met de instructies met
betrekking tot onderhoud en reiniging
van het toestel.
Gebruik als grasschaar
• Het gazon kan het beste worden ge-
trimd, als het gras droog is en niet te
lang.
Werkhoek instellen:
Voor een comfortabel snoeien van de ran-
den kunt u de maaikop (1) 90° naar rechts
of links draaien.
1.
Gebruik de hendel (3) en draai
de maaikop (1) in de gewenste
positie.
2.
Laat de hendel (3) los, de maai-
kop klikt vast.
Gebruik als struikschaar
• Beweegt u het toestel gelijkmatig voor-
waarts.
• De dubbelzijdige maaibalk maakt het
snijden in beide richtingen of door pen-
delbewegingen van de ene kant naar
de andere mogelijk.
Onderhoud en reiniging
Laat werkzaamheden die niet
in deze handleiding worden
15),
beschreven, uitvoeren door
ons servicecenter. Gebruik uit-
sluitend originele onderdelen.
Gevaar voor verwondingen!
Zorg ervoor dat de veiligheidssleutel
(
afgetrokken.
Gebruikt u geen reinigings- resp.
oplosmiddelen. U zou daarmee het
toestel onherstelbaar kunnen bescha-
digen. Chemische substanties kun-
nen de kunststofdelen van het toestel
aangrijpen.
Draagt u bij de omgang met de
messen (
Gevaar voor verwondingen door
snijdwonden!
Voert u de volgende onderhouds- en reini-
gingswerkzaamheden regelmatig uit. Hier-
door is een lang en betrouwbaar gebruik
gewaarborgd:
• Controleert u afdekkingen en veiligheids-
voorzieningen op beschadiging en op
correcte zitting. Vervangt u deze eventu-
eel.
• Gebruik de machine nooit met defecte
veiligheidsinrichtingen of- afdekkingen,
zonder afschermingen of met bescha-
digde of versleten kabels.
• Houd ventilatiesleuven, motorhuis en
handgrepen van het apparaat netjes.
Gebruik daarvoor een vochtig doekje of
een borstel.
• Houd het apparaat steeds schoon. Tel-
) voor alle werkzaamheden is
11/13) handschoenen.
NL
BE
65