2. Duw de hefboom weer naar
binnen.
De correcte snoeihoogte bedraagt bij een
siergazon ongeveer 25 - 45 mm, bij een
nuttig gazon ongeveer 40 - 65 mm.
Om voor de eerste keer in het sei-
zoen te snoeien, dient een hoge
snoeihoogte gekozen te worden.
Voorwielen instellen
De grasmaaier is vanwege de speciale
constructie van de voorwielen extreem
flexibel en wendbaar. Afhankelijk van de
situatie als volgt instellen:
1. Slot de klemmen beugel (28) is
de uitlijning van het wielvastge-
steld. Indien gewenst het wiel
in de andere richting, klemmen
beugel opgelost door op te hef-
fen. Wiel in de nieuwe positie en
klem betrekken.
2. Mochten de voorwielen vrij be-
weegbaar blijven, spanbeugel
(28) optillen en niet in de uitspa-
ring vergrendelen, maar ernaast
op de plaat neerlaten.
Bediening
Neem de geluidswering en lokale
voorschriften in acht.
Motor starten en stoppen
Waarschuwing! Benzine is ont-
vlambaar. Start de motor op een
afstand van minstens 3 m van
de plaats, waar ze ingegoten
wordt.
Start het apparaat op een vaste,
effen vloer, zo mogelijk niet in hoog
gras. Vergewis u dat het snoeige-
reedschap noch voorwerpen, noch
de grond raakt.
Controleer regelmatig benzine en
oliepeil (zie „Ingebruikname") en
vul tijdig bij.
Motor starten:
1. Trek de veiligheidsbeugel (3)
in de richting van de hoofdlig-
ger van de handgreep en houd
deze tegen.
2. Trek aan de startergreep (22)
3. Wanneer de motor start, laat u
de startergreep langzaam terug
in de startkabelgeleiding (21)
glijden.
Motor stoppen:
4. Laat de veiligheidsbeugel (3)
los. De motor schakelt uit en het
mes wordt afgeremd.
Controleer regelmatig het messen-
stopsysteem. Laat de veiligheids-
beugel (3) los. De motor wordt
uitgeschakeld en het mes wordt
geremd. Het mes moet binnen 7
seconden stoppen.
Maaien
1. Start de motor (zie
2. Wielaandrijving :
Aan: trek de aandrijfbeugel (2)
n de richting van de hoofdligger
van de handgreep, de maaier
beweegt voorwaarts.
Uit: laat de aandrijfbeugel (2)
los. Het apparaat blijft stilstaan.
NL
).
71