Filter Op De Gasleiding; De Installatie Vullen - Sime RMG Mk.II Serie Instrucciones Para El Instalador

Ocultar thumbs Ver también para RMG Mk.II Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 21
2. 1 . 1
Verplaatsing
Zodra de ketel in het speciaal daarvoor
bestemde vertrek geplaatst is en de
doos verwijderd is, moet de ketel als
volgt verplaatst worden (fig. 3/a):
– verwijder het deksel van de mantel;
– maak de twee hijsbeugels (die aan de
achterkant van de ketel geplaatst
zijn) vast en borg ze met de meege-
leverde schroeven;
– steek twee buizen van 3/4" in de
gaten die aangebracht zijn in de beu-
gels, til de ketel voorzichtig op en ver-
plaats de ketel.
2.2
AANSLUITING VAN DE
INSTALLATIE
Voordat u overgaat tot het aansluiten
van de ketel doet u er goed aan om
water door de leidingen van de installatie
te laten stromen om eventuele vreemde
voorwerpen, waardoor de goede werk-
ing van het toestel aangetast kan wor-
den, te verwijderen. De aansluiting van
de installatie moet tot stand gebracht
worden met onbuigzame koppelingen die
op geen enkele wijze een belasting voor
het toestel mogen vormen. Het is belan-
grijk dat de verbindingen makkelijk los-
gekoppeld kunnen worden door middel
van verbindingsstukken met draaibare
fittingen. Het verdient altijd aanbeveling
om geschikte afsluiters op de toevoerlei-
ding en op de retourleiding van de instal-
latie te monteren.
LET OP: Om een goede spreiding van
het water in het gietijzeren lichaam te
krijgen moet de toevoer- en de
retourleiding van de installatie aan
dezelfde kant van de ketel aangesloten
worden. De ketel wordt standaard met
de aansluitingen aan de linkerkant
geleverd, maar de mogelijkheid bestaat
om deze aansluitingen naar de
rechterkant te verplaatsen. In dit geval
moet u de waterverdeler, die op de
retourverzamelleiding gemonteerd is
en de voelers van de thermostaten die
in de omhulsels geplaatst zijn, ook naar
dezelfde kant verplaatsen.
Het verdient aanbeveling om ervoor te
zorgen dat het warmteverschil tussen
de toevoerleiding en de retourleiding van
de installatie niet boven de 20°C stijgt.
Met het oog hierop is het dan ook zinvol
om een mengklep te monteren.
LET OP: Het is noodzakelijk dat de circu-
latiepomp of de circulatiepompen van
de installatie gelijktijdig met de ketel in
werking treedt/treden. Met het oog
hierop adviseren wij om een automa-
tisch voorrangssysteem toe te passen.
76
De gasaansluiting moet met verzinkte
stalen leidingen zonder lasnaden (type
Mannesmann) en met schroefdraad-
koppelingen en afdichtingen tot stand
gebracht worden. Het gebruik van
driedelige koppelingen behalve voor de
begin- en de eindaansluitingen dient
vermeden te worden. Bij de doorvoer
door muren moet de leiding ter
bescherming in een speciaal omhulsel
gedaan worden. Bij het bepalen van de
afmetingen van de gasleidingen, van de
meter naar de ketel, moet er zowel
rekening gehouden worden met het
debiet in volume (verbruik) in m3/h als
met de betreffende dichtheid van het in
aanmerking
genomen
doorsneden van de leidingen waar de
installatie uit bestaat moeten zodanig
zijn dat er voldoende gas toegevoerd
wordt om aan de maximale vraag te
voldoen en om het drukverlies tussen
de meter en ongeacht welk gebruik-
stoestel te beperken tot max.:
– 1,0 mbar voor de gassen van de
tweede familie (aardgas)
– 2,0 mbar voor de gassen van de
derde familie (butaan of propaan).
In de mantel is een zelfklevend plaatje
aangebracht waar de technische
gegevens van de ketel op vermeld
staan en de gassoort waar de ketel op
ingesteld is.
2.3
KENMERKEN VAN
HET VOEDINGSWATER
HET GEBRUIK VAN ONTHARD WATER
IN DE VERWARMINGSINSTALLATIE IS
ABSOLUUT NOODZAKELIJK IN DE VOL-
GENDE GEVALLEN:
– grote installaties (grote waterinhoud);
– veelvuldige toevoer van water ter
aanvulling in de installatie;
– indien de installatie geheel of gedeel-
telijk leeggemaakt moet worden.

2.3. 1 Filter op de gasleiding

De gasklep die toegepast wordt is
standaard voorzien van een inlaatfilter
dat echter niet in staat is om al het vuil
dat het gas bevat en dat in de leidingen
van het net zit tegen te houden. Om te
gas.
De
voorkomen dat de klep niet goed func-
tioneert of in sommige gevallen zelfs de
beveiligingen waar de klep mee uit-
gerust is uitgeschakeld worden, wordt
geadviseerd om een geschikt filter op
de gasleiding van de ketel te monteren.
2.4

DE INSTALLATIE VULLEN

Het vullen van de installatie moet langza-
am gebeuren zodat eventuele lucht-
bellen de gelegenheid hebben om via de
speciale ontluchters die op de verwarm-
ingsinstallatie geplaatst zijn te ontsnap-
pen. Als de installatie koud is moet de
vuldruk van de installatie en de
vooruitzettingsdruk van het expansievat
gelijk zijn aan of in ieder geval niet lager
zijn dan de hoogte van de statische
kolom van de installatie. (Bijvoorbeeld: bij
een statische kolom van 5 meter moet
de voorvuldruk van het vat en de vuldruk
van de installatie tenminste gelijk zijn
aan de min. waarde van 0,5 bar).
Fig. 3/a

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Rmg 70 mk.iiRmg 80 mk.iiRmg 90 mk.iiRmg 100 mk.ii

Tabla de contenido