– Draai de dop van reservoir los en controleer
of het oliepeil tot aan de rand van de vulope-
ning komt.
De inhoud van het oliereservoir is 80 cc (Model
425) of 100 cc (Model 435).
3. GEBRUIK VAN DE MACHINE
3.1 OPSTARTEN VAN DE MACHINE
LET OP!
De machine wordt gestart op
een afstand van minstens 3 meter van de
plaats waar de brandstof bijgevuld werd.
Alvorens de motor te starten:
– Z et de machine stabiel op de grond.
– H aal de bescherming van het mes (indien ge-
bruikt).
– Z org ervoor dat het mes (indien gebruikt) niet
in aanraking komt met het terrein of met ande-
re voorwerpen.
3.1.1 Start met koude motor
LET OP!
Met start bij koude motor wordt
bedoeld een start na minstens 5 minuten dat
de motor uitgeschakeld is of na het bijvullen
van brandstof.
Om de machine op te starten (Afb. 7):
1. B reng de schakelaar (1) in de stand «I».
2. S chakel de starter in door de hendel (5) in de
stand "B" te draaien.
3. D ruk 3-4 keer op de knop van de voorinspui-
ting (primer) (6) om de brandstoftoevoer te
bevorderen.
4. H oud de machine stevig tegen de grond met
een hand op de motor, om de controle ervan
niet te verliezen tijdens het starten (Afb. 8).
BELANGRIJK Om vervormingen te voorkomen,
dient de aandrijvingsbuis niet gebruikt te worden
als steun voor de hand of de knie tijdens de start.
5. T rek de startknop langzaam 10-15 cm aan tot
u een zekere weerstand gewaarwordt. Trek
er dan nog enkele keren aan tot de machine
in gang schiet.
BELANGRIJK Om te voorkomen dat het touw
breekt, wordt er niet over de gehele lengte aan
getrokken. Laat het touw niet langs de rand van
de opening van de touwgeleider schuren en laat
de knop geleidelijk aan los, om te voorkomen dat
het touw op ongecontroleerde wijze naar binnen
schiet.
All manuals and user guides at all-guides.com
6. T rek opnieuw aan de startknop tot de motor
met ingeschakelde starter veroorzaakt de be-
weging van de snij-inrichting, die alleen on-
derbroken kan worden door de uitschakeling
van de starter.
7. Z odra de motor gestart is, moet de starter uit-
8. L aat de motor minstens 1 minuut op het mini-
BELANGRIJK Indien de knop van het starttouw
herhaaldelijk bediend wordt met de starter inge-
schakeld, kan de motor vastlopen en de start be-
moeilijkt worden.
Indien de motor vastloopt, de bougie demon-
teren en voorzichtig aan de knop van het start-
touw trekken om de overtollige brandstof te ver-
wijderen; vervolgens de elektrodes van de bou-
gie afdrogen en de bougie weer monteren op
de motor.
3.1.2 Start bij warme motor
Voor de start bij warme motor (onmiddellijk na de
uitschakeling van de motor), volg de punten 1 - 4
- 5 - 6 van de vorige werkwijze.
3.2 AFSTELLING VAN DE SNELHEID VAN
De snelheid van de snij-inrichting wordt gere-
geld met de versnellingsknop (2) op de achterste
handgreep (4) of de rechterhandgreep (4) van de
handgreep.
De versnelling kan alleen ingeschakeld worden
wanneer gelijktijdig op de vergrendeling (3) ge-
duwd wordt.
De beweging wordt van de motor overgedragen
op aandrijfas, door middel van een koppeling
met centrifugaalgewichten die de beweging van
de as verhindert wanneer de motor op het mini-
maal toerental draait.
wegen met de motor op het minimumtoeren-
tal. Als de snij-inrichting beweegt met de mo-
tor op zijn minimumtoerental, neem dan con-
16
normaal in gang komt.
LET OP!
De inschakeling van de machine
geschakeld worden door de hendel (5) in de
stand «A» te draaien.
mumtoerental draaien vooraleer de machine
te gebruiken.
DE SNIJ-INRICHTING (Afb. 7)
LET OP!
De snij-inrichting mag niet be-