Nederlands
STIHL zaagkettingen worden geslepen/aange‐
scherpt met een aanscherphoek van 30°. Uitzon‐
dering hierop zijn de langszaagkettingen met
een aanscherphoek van 10°. Langszaagkettin‐
gen hebben een X in de benaming.
B voorsnijvlakhoek
Bij gebruik van de voorgeschreven vijlhouder en
vijldiameter wordt automatisch de juiste voorsnij‐
vlakhoek verkregen.
Beiteltandvormen
Micro = halve beiteltand bijv.
63 PM3, 26 RM3, 71 PM3
De hoeken moeten bij alle tanden van de zaag‐
ketting gelijk zijn. Bij ongelijke hoeken: ruw,
ongelijkmatig draaien van de zaagketting, sterke
slijtage – tot aan het breken van de zaagketting.
20.4
Vijlhouder
► Vijlhouder gebruiken
De zaagkettingen met de hand uitsluitend met
behulp van een vijlhouder (speciaal toebehoren,
zie tabel "Gereedschap voor het slijpen/
aanscherpen") aanscherpen. Vijlhouders zijn
voorzien van aanscherphoekmerktekens.
Alleen speciale zaagkettingvijlen gebruiken!
Andere vijlen zijn door hun vorm en kapping
ongeschikt.
20.5
Ter controle van de hoeken
190
STlHL vijlkaliber (speciaal toebehoren, zie tabel
"Gereedschap voor het slijpen/aanscherpen") –
een universeel gereedschap voor de controle
van de aanscherp- en voorsnijvlakhoek, diepte‐
begrenzerafstand, tandlengte, groefdiepte en
voor het reinigen van de groef en de olietoevoer‐
boringen.
20.6
► Het gereedschap voor het slijpen/aanscherpen
aan de hand van de kettingsteek kiezen
Hoek (°)
► Bij gebruik van de apparaten FG 2, HOS en
A
B
USG: zaagketting van het zaagblad nemen en
30
75
volgens de handleiding van het apparaat slij‐
pen/aanscherpen
► Het zaagblad eventueel inspannen
► Regelmatig slijpen/aanscherpen, weinig mate‐
riaal wegnemen – voor het gebruikelijke aan‐
scherpen zijn meestal twee tot drie vijlstreken
voldoende
► De vijl geleiden: horizontaal (in een rechte
hoek ten opzichte van het zijvlak van het
zaagblad) overeenkomstig de voorgeschreven
hoeken – aan de hand van de markeringen op
de vijlhouder – de vijlhouder op het tanddak en
op de dieptebegrenzer plaatsen
► Alleen van binnen naar buiten vijlen
► De vijl grijpt alleen aan bij de voorwaartse
streek – bij het achteruit geleiden de vijl optil‐
len
► Verbindings- en aandrijfschakels niet afvijlen
► De vijl regelmatig iets verdraaien, om eenzij‐
dige slijtage te voorkomen
20 Zaagketting onderhouden en slijpen
Correct slijpen/aanscherpen
90°
0458-247-9921-C