30RA015 "B"
Storingzoeken, instructies voor de klant en accessoires
Storingzoeken
Compressor en ventilator van de unit starten niet:
• Spanningsonderbreking; controleer de elektrische aansluitingen.
• Hoofdschakelaar UITgeschakeld; zet in de AAN stand.
• Hoofdschakelaarzekeringen zijn doorgebrand; vervang.
• Wacht 2 minuten; antipendelbeveiliging is ingeschakeld.
• Drukbeveiliging aangesproken; controleer en verhelp oorzaak.
• Netspanning te laag.
• Elektrische aansluitingen los of verkeerd; controleer en repareer.
Compressor start niet, maar buitenventilator werkt:
• Elektrische aansluitingen van compressor los of verkeerd; contro-
leer en repareer.
• Compressor doorgebrand, vastgelopen of beveiliging aangespro-
ken; onderzoek de oorzaak en vervang indien nodig de compres-
sor.
• Condensator defect; vervang.
Compressor start, maar wordt afgeschakeld door de over-
verhittingsbeveiliging (anders dan afschakelen door normaal
thermostaatbedrijf):
• Verkeerde koudemiddelvulling (te veel of te weinig) of lucht of
andere niet condenseerbare gassen in het circuit; tap koudemid-
del af (zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens de R.L.K.
richtlijnen.
• Netspanning verkeerd (te hoog of te laag).
• Condensorbatterij vuil of obstructie bij luchtinlaat; reinig of verwi-
jder obstructie.
• Ventilator uit; controleer oorzaak en repareer.
• Condensator defect; controleer en vervang.
• Verkeerde binnen-unit thermostaat; vervang.
• Koudemiddelcircuit verstopt; controleer en verwijder verstoppin-
gen.
• Defecte omkeerklep (warmtepompen); vervang.
• Expansie-orgaan verstopt of bedekt met ijs; tap koudemiddel af
(zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens de R.L.K. richtlij-
nen.
Compressor draait continu:
• Geselecteerde unit heeft te weinig capaciteit voor werkelijke
airconditioningsbehoeften.
• Instelling watertemperatuur te laag (in koelbedrijf) of te hoog (in
verwarmingsbedrijf voor warmtepomp); controleer temperatuurin-
stelling.
• Te weinig koudemiddelvulling; controleer en voeg koudemiddel
toe.
• Ventilator defect; vervang.
• Lucht of andere niet-condenseerbare gassen in het circuit; tap
koudemiddel af (zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens de
R.L.K. richtlijnen.
• Obstructies bij luchtinlaat of vuile filters van binnenunit; verwijder
obstructies of reinig filter.
Tabel IX: Accessoires
Beschrijving
AqUASNAP jUNIOR bedieningspaneel
Aquasmart regeling
Service interface
(1)
Water filter
Alleen voor servicedoeleinden
(1)
NL - 12
Persgasdruk te hoog:
• Condensorbatterij vuil of obstructie bij luchtinlaat; reinig of verwi-
jder obstructie.
• Te lage waterhoeveelheid of de circulatiepomp is defect (verwar-
mingsbedrijf); vervang.
• Te veel koudemiddelvulling; tap koudemiddel af (zie N.B. 1) vol-
gens de R.L.K. richtlijnen.
• Lucht of niet-condenseerbare gassen in het circuit; tap koudemid-
del af (zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens de R.L.K.
richtlijnen.
Persgasdruk te laag:
• Te weinig koudemiddelvulling; voeg koudemiddel toe volgens de
R.L.K. richtlijnen.
• Waterfilter vervuild; reinig filter.
Zuiggasdruk te hoog:
• Interne hogedruk-ontlastklep open; onderzoek oorzaak en
repareer.
• Te veel koudemiddelvulling; tap wat koudemiddel af (zie N.B. 1)
volgens de R.L.K. richtlijnen.
Zuiggasdruk te laag:
• Koudemiddelvulling te laag; voeg koudemiddel toe volgens de
R.L.K. richtlijnen.
• Verdamperbatterij (binnen- of buiten-unit bij warmtepompen),
bedekt met ijs; zie de volgende punten.
Buitenventilator pendelt omdat de oververhittingsbeveiliging is
aangesproken:
• Ventilatorcondensator defect, vervang.
• Elektrische aansluiting los; controleer aansluitingen.
• Ventilatorlager vastgelopen; controleer en repareer.
• Expansie-orgaan verstopt of bedekt met ijs; tap koudemiddel af
(zie N.B. 1), vacumeer en vul opnieuw volgens de R.L.K. richtlij-
nen.
N.B. 1:
Blaas geen koudemiddel af naar de atmosfeer; gebruik een
terugwin-unit.
Instructies voor de klant
Leg, nadat de installatie en tests zijn uitgevoerd, de instructies voor
Bediening en Onderhoud uit aan de klant, met extra nadruk op de
belangrijkste functies van de airconditioner, zoals:
• De unit aan- en uitschakelen.
• Functies van de regeling/bedieningspaneel.
• Verwijderen en reinigen van de luchtfilters.
Geef de twee handleidingen voor de installatie voor de binnen- en
buitenunits aan de klant voor toekomstig gebruik tijdens onder-
houdswerkzaamheden en dergelijke.
Onderdeelnr.
30RAJ9002
CEAS430408-01SA
30RAJ9003
30RAJ9004
Type 30RA
015